Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-2807

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 23 juni 2021

Ontvangst bezwaarschrift: 3 augustus 2021

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 26 april 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende), ingediend door haar gemachtigde (hierna: gemachtigde), is gericht tegen de beschikking ‘U krijgt 30.000 euro van ons’ van 23 juni 2021 (UHT-B DMB2) van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304).

Bij de voormelde beschikking is aan belanghebbende een bedrag van € 30.000
toegekend.

De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 15 april 2022.

Gronden van bezwaar

Belanghebbende is van mening dat de werkelijke schade een veelvoud is van de nu
toegekende € 30.000.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
    Compensatieregeling), gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september
    2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
    proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat
het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de
Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen; belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt.
Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.

Hoewel het bezwaarschrift zich (blijkens de aanhef) zegt te richten tegen de voormelde
beschikking waarbij aan belanghebbende een uitkering van € 30.000 op grond van de
Catshuisregeling is toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat
bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer compensatie.
Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift naar alle
waarschijnlijkheid dan ook alleen willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend.

De gronden die belanghebbende in het bezwaarschrift noemt, geven de Commissie geen enkele reden om te oordelen dat belanghebbende het forfaitaire bedrag ten onrechte heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Voor de aanvullende compensatie voor werkelijke schade dient belanghebbende een
verzoek in te dienen bij UHT. De Commissie heeft het bezwaar van belanghebbende
aangemerkt als een (herhaald) verzoek om meer compensatie. De Commissie wijst UHT, wellicht ten overvloede, op het belang van belanghebbende bij een spoedige integrale beoordeling.

Advies

Samengevat adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in
gang te zetten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter