Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-2747

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 3 juni 2021

Ontvangst bezwaarschrift: 7 oktober 2021

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 12 juli 2022

Samenvatting

De bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Ook adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende), ingediend door haar gemachtigde (hierna: gemachtigde) op 6 oktober 2021 en ontvangen op 7 oktober 2021, is gericht tegen de beschikking van 3 juni 2021 (UHT-B DMB2) van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000.

De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], en heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 6 juli 2022.

Procesverloop

Bij beschikking van 3 juni 2021 is aan belanghebbende een compensatie van € 30.000
toegekend. Belanghebbende heeft tegen deze beschikking een bezwaarschrift ingediend dat op 7 oktober 2021 door UHT is ontvangen.

Gronden van bezwaar

De bezwaargrond luidt als volgt.

Belanghebbende stelt dat de beschikking van 3 juni 2021 niet (deugdelijk) is gemotiveerd omdat geen, althans onvoldoende, rekening is gehouden met haar
persoonlijke situatie.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken, gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993;
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304).

Ontvankelijkheid

Tegen het besluit van 3 juni 2021 heeft gemachtigde namens belanghebbende bezwaar ingediend bij brief van 6 oktober 2021, door UHT ontvangen op 7 oktober 2021. Het bezwaarschrift is daarom niet tijdig, binnen 6 weken na de datum van het besluit, ingediend.

In lijn met eerdere adviezen, bijvoorbeeld BAC 2020-001, acht de Commissie de indiener van het bezwaar niet in verzuim en adviseert het bezwaar ontvankelijk te verklaren.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het uitkeren van het forfaitair bedrag van €30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen; belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt.

Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT. De Commissie heeft geen reden om te oordelen dat belanghebbende het forfaitaire bedrag ten onrechte heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd.

Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift naar alle waarschijnlijkheid willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking
komt.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren, om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen
heeft voor de integrale beoordeling en om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter