BAC 2022-05093

Publicatiedatum 07-06-2024

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen (afwijzende) beschikking lichte toets van 2 maart 2022 met kenmerk UHT CHR GU.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021
(Staatscourant 2021, 28304).

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking
getreden. Gelet op artikel 8.6 en 9.2 van de Wht wordt de bestreden beschikking geacht te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

• Op 21 september 2023 heeft (hierna: gemachtigde) per e-mail laten weten dat wordt afgezien van een hoorzitting omdat belanghebbende inmiddels een vooraankondiging van UHT over de integrale beoordeling heeft ontvangen.
• Belanghebbende heeft zich bij UHT gemeld in het kader van een herbeoordeling van
  kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
• Bij brief van 2 maart 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat UHT op
  basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende
  € 30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd.
• Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 21 maart 2022, bezwaar gemaakt
  tegen deze beschikking.
• Op 17 januari 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie gegeven op de bezwaargronden van belanghebbende.
• Bij vooraankondiging van 20 september 2023 met kenmerk UHT-VCH heeft UHT laten weten dat belanghebbende als gevolg van de integrale beoordeling alsnog
  € 30.000 krijgt toegekend. Het bedrag zou op 26 september 2023 op zijn rekening
  worden gestort.
• De Commissie, bestaande uit (fungerend voorzitter), en (leden) heeft het bezwaarschrift behandeld.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 2 maart 2022, waarin is
beslist dat hij op basis van een lichte toets niet in aanmerking komt voor toekenning van een bedrag van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling.

Bij brief van 20 september 2023 heeft UHT, als vooraankondiging van de integrale
beoordeling, aan belanghebbende laten weten dat hij alsnog in aanmerking komt voor
compensatie op basis van de Catshuisregeling.

Het procesbelang is het belang dat iemand heeft bij de uitkomst van een procedure. Daarbij gaat het erom of het doel dat diegene voor ogen staat met het rechtsmiddel (in
dit geval bezwaar) kan worden bereikt en voor diegene van feitelijke betekenis is. In
beginsel heeft een belanghebbende die opkomt tegen een besluit belang bij een
beoordeling van het bezwaar of beroep, tenzij vast komt te staan dat ieder belang bij de procedure ontbreekt of is komen te vervallen.

De Commissie constateert dat het belang van belanghebbende bij het voeren van de
bezwaarprocedure tegen de afwijzing van de lichte toets is komen te vervallen doordat
UHT op 20 september 2023 aan belanghebbende heeft bekendgemaakt dat hij in
aanmerking komt voor de € 30.000.

Aangezien verder niet is gebleken van een verzoek om vergoeding van proceskosten en
de Commissie ook overigens geen aanleiding heeft te veronderstellen dat belanghebbende kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen, is het procesbelang van belanghebbende komen te vervallen. De Commissie acht het
bezwaarschrift van belanghebbende daarom niet-ontvankelijk.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren.