Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-10468

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 28 juli 2022 met kenmerk UHT CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 14 september 2022

Overdracht advies aan UHT: 28 november 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren.

Onderwerp van advies

Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen (afwijzende) beschikking lichte toets van 28 juli 2022 met kenmerk UHT CHR GU. Die beschikking is gevolgd door een (toekennende) beschikking lichte toets van 6 mei 2023.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021
(Staatscourant 2021, 28304).

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden (Staatsblad 2022, 433). Gelet op de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikkingen geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en
verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de Kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij brief van 28 juli 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij op basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende € 30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd.
  • Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 14 september 2022, bezwaar gemaakt tegen deze beschikking. Op 7 oktober 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging hiervan gestuurd.
  • Bij brief van 6 mei 2023 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij bij nader inzien toch reden ziet om aan belanghebbende € 30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd.
  • Op 27 juni 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie gegeven op de bezwaargronden van belanghebbende. Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft dit advies behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

De Commissie verwijst voor de ontvankelijkheid naar de overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 28 juli 2022, waarin is
beslist dat zij op basis van een lichte toets niet in aanmerking komt voor toekenning van een bedrag van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling. Belanghebbende is van mening dat zij wel voor deze regeling in aanmerking komt als er zorgvuldig getoetst zou zijn.

UHT heeft bij beschikking van 6 mei 2023 aan belanghebbende medegedeeld dat zij alsnog in aanmerking komt voor een compensatie op grond van de Catshuisregeling. UHT heeft voorts medegedeeld dat de compensatie inmiddels aan belanghebbende is
toegekend en uitbetaald.

De Commissie ziet zich allereerst gesteld voor de vraag of belanghebbende na het besluit van UHT van 6 mei 2023 om aan belanghebbende € 30.000 toe te kennen, nog een procesbelang heeft bij het voeren van de bezwaarprocedure tegen de besluiten van UHT van 28 juli 2022.

Het procesbelang is het belang dat iemand heeft bij de uitkomst van een procedure. Daarbij gaat het erom of het doel dat diegene voor ogen staat met het rechtsmiddel (in
dit geval bezwaar) kan worden bereikt en voor diegene van feitelijke betekenis is. In
beginsel heeft een belanghebbende die opkomt tegen een besluit belang bij een
beoordeling van het bezwaar of beroep, tenzij vast komt te staan dat ieder belang bij de procedure ontbreekt of is komen te vervallen.

De Commissie is van oordeel dat het belang van belanghebbende bij het voeren van een bezwaarprocedure tegen de afwijzing van de lichte toets is komen te vervallen aangezien UHT belanghebbende op 6 mei 2023 heeft bekendgemaakt dat zij toch in aanmerking komt voor de € 30.000, en dat bedrag op 21 april 2023 heeft uitbetaald.

Nu het procesbelang van belanghebbende is komen te vervallen, adviseert de Commissie UHT om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Op grond van artikel 7:3, aanhef en onderdeel a, Awb is van het horen van belanghebbende afgezien.

Conclusie

Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaar niet-ontvankelijk te
verklaren.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter