BAC 2022-06683

Publicatiedatum 06-06-2024

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende) is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking van 8 april 2022 met kenmerk UHT DCHR A B3. UHT heeft op basis van de
zogeheten eerste toets beslist aan belanghebbende geen compensatie wordt toegekend, omdat hij nooit kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd en daarom niet als gedupeerde kan worden aangemerkt.

De Commissie bestaande uit en heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 24 november 2022.

Gronden van bezwaar

Belanghebbende is het met het bestreden besluit oneens. Belanghebbende heeft een
betalingsregeling getroffen voor de terugbetaling van andere toeslagen, zoals zorgtoeslag. Belanghebbende heeft telefonisch tegen UHT gezegd dat hij begrijpt dat hij niet voor compensatie op grond van de Catshuisregeling en/ of Compensatieregeling in aanmerking komt. Belanghebbende was desgevraagd niet bereid om het bezwaarschrift in te trekken.

Toepasselijke wet- en regelgeving

• Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
• Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
• Wet hersteloperatie toeslagen;
• Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen Kinderopvangtoeslag (Staatscourant 2021, nr. 10248);
• Besluit proceskosten bestuursrecht;
• Besluit tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de
  verhoging van het tarief voor de vergoeding van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep van 8 december 2020, Staatsblad 2020, 524 (hierna: Besluit tot wijziging van het Besluit proceskosten).

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift is tijdig is ingediend en dat het voldoet aan de
daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van het bezwaar en het bestreden besluit

In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet een aantal
herstelmaatregelen in het leven geroepen. Voor alle herstelregelingen geldt dat een
belanghebbende kinderopvangtoeslag heeft moeten aanvragen.

In de beschikking staat als reden voor de afwijzing van het verzoek om compensatie
vermeld dat belanghebbende nooit kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd. Dit wordt ook niet betwist.

Over de geschillen met de Belastingdienst/Toeslagen over inkomstenbelasting, zorgtoeslag, huurtoeslag en/of Kindgebonden Budget is de Commissie niet bevoegd te
adviseren.

Gelet op het vorengaande, kan belanghebbende niet als gedupeerde in de zin van de
huidige herstelregelingen worden aangemerkt.

Om die reden acht de Commissie het bezwaarschrift van belanghebbende kennelijk
ongegrond. Met toepassing van artikel 7:3 Awb heeft de Commissie van het horen van
belanghebbende afgezien.

Conclusie

De Commissie adviseert het bezwaar tegen het bestreden besluit kennelijk ongegrond te verklaren.