Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-932

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 18 maart 2021

Ontvangst bezwaarschrift: 20 april 2021

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 17 mei 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende), ingediend door (hierna: gemachtigde) binnengekomen op 20 april 2021, is gericht tegen de ‘beschikking minimumbedrag herbeoordeling kinderopvangtoeslag’ van 18 maart 2021 (UHT-B DMB2) van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021(Staatscourant 2021, 28304). Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend van € 30.000.

De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 13 mei 2022.

Gronden van bezwaar

Namens belanghebbende wordt -samengevat- gesteld dat het besluit in strijd is met de feiten en enkele (on)geschreven regels (onder meer WKO 2005, AWB, AWR en Algemene beginselen van behoorlijk bestuur) en dat de schade van belanghebbende aanzienlijk hoger is dan de toegekende € 30.000.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: Compensatieregeling), gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september
    2020, 45904;
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het
voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking
vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit
definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet hij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.

Het bezwaarschrift is gericht tegen het besluit van 18 maart 2021 waarbij aan
belanghebbende op grond van de Catshuisregeling het forfaitaire bedrag van € 30.000 wordt toegekend. In het bezwaarschrift wordt gesteld dat de toekenning van dat bedrag in strijd is met de feiten en enkele (on)geschreven regels.

Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift naar alle
waarschijnlijkheid dan ook alleen willen bewerkstelligen dat hij voor meer compensatie in aanmerking komt. Gemachtigde heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend.

De gronden die gemachtigde in het bezwaarschrift noemt, geven de Commissie geen
reden om te oordelen dat belanghebbende het forfaitaire bedrag ten onrechte heeft
ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd. Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb, van het horen van belanghebbende en zijn gemachtigde afgezien.

Voor een aanvullende compensatie voor werkelijke schade dient belanghebbende een
verzoek in te dienen bij UHT. De Commissie heeft het bezwaar van belanghebbende
aangemerkt als een (herhaald) verzoek om meer compensatie.
De Commissie wijst UHT, wellicht ten overvloede, op het belang van belanghebbende bij een spoedige integrale beoordeling waarbij aandacht aan zijn persoonlijke situatie zal worden besteed.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen het bestreden besluit van UHT waarbij aan
belanghebbende € 30.000 is toegekend kennelijk ongegrond te verklaren, de integrale
beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk in gang te zetten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter