Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-914

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 11 maart 2021 met kenmerk UHT-B DMB2

Ontvangst bezwaarschrift: 4 mei 2021

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 6 juli 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert de UHT om de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk af te ronden. Voorts adviseert de Commissie het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van (hierna: belanghebbende) is gericht tegen de beschikking minimumbedrag herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 11 maart 2021 met kenmerk UHT- B DMB2 van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie
Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 30.000. Deze beschikking is gebaseerd op de Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021.

De Commissie bestaande [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 6 juli 2022.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

In het bezwaarschrift geeft belanghebbende aan dat het toegekende bedrag van € 30.000 niet haar werkelijke schade dekt. Belanghebbende heeft in de loop der jaren schulden moeten betalen, met het gevolg dat de schulden zijn opgelopen. Er is meermaals beslag gelegd op haar loon en bankrekeningen. Wegens de financiële
problemen die zijn ontstaan heeft belanghebbende haar kinderen veel moeten ontzeggen. De kinderen hebben vanwege geldgebrek veel moeten missen, waaronder
activiteiten, verjaardagen en sport. De kinderen hebben enorm geleden onder de situatie destijds en dat heeft zijn weerslag gehad op hun welzijn.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: Compensatieregeling), gedateerd:
    o 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
    o 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
    o 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
    Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en ontvangen, en voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie is van oordeel dat belanghebbende met het indienen van dit bezwaarschrift heeft willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Echter heeft zij daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het minimum bedrag van € 30.000 is toegekend.

De Commissie constateert dat de belanghebbende door de UHT is aangemerkt als gedupeerde in de toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het
oordeel dat de Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.

Het uitkeren van het bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het
Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om de UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van dit bedrag zal de UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt.

Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT. Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking, bevat het geen
bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer
compensatie.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. Derhalve heeft de Commissie met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig
mogelijk af te ronden.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter