Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-2068

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 23 februari 2021 met kenmerk UHT-B DMB2

Ontvangst bezwaarschrift: 20 april 2021

Overdracht advies aan UHT: 28 december 2021

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van [gemachtigde] namens [belanghebbende] is gericht tegen de beschikking minimumbedrag herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 23 februari 2021 (UHT-B DMB2) van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).

Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000. Deze beschikking is gebaseerd op de Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021.

De Commissie, bestaande [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 23 december 2021.

Gronden van bezwaar

De gronden van bezwaar luiden – samengevat – als volgt.

De belanghebbende is onterecht van fraude beschuldigd. De belanghebbende heeft materiele en immateriële schade geleden en heeft een periode in de ziektewet gezeten
(2012-2013). De relatie is stukgelopen en de kinderen zijn verwaarloosd.

De compensatie zoals nu ontvangen komt niet eens in de buurt van het leed dat de
belanghebbende is aangedaan. De gemachtigde vraag dan ook om aanvullende
schadevergoeding.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
    Compensatieregeling), gedateerd:
    • 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
    • 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
    • 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
    proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
    Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend en ontvangen en voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.

Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen deze definitieve beschikking kan bezwaar worden gemaakt.

Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking waarbij aan belanghebbende een uitkering van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling is
toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend een verzoek om meer compensatie.

Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend.

De Commissie constateert dat de ouder door UHT is aangemerkt als gedupeerde in de
toeslagenaffaire en ziet in het bezwaarschrift geen grond voor het oordeel dat de
Catshuisregeling niet correct is uitgevoerd.

Het bezwaarschrift van belanghebbende is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk
ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in gang te
zetten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter