Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-182

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 23 juni 2021

Ontvangst bezwaarschrift: 25 februari 2021

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 19 april 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de integrale beoordeling van de compensatie in gang te zetten. Voorts adviseert de Commissie om het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en om aan belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling.

Onderwerp van advies

Het bezwaarschrift van mevrouw (hierna: belanghebbende) namens haar ingediend door mevrouw is, blijkens de inhoud, gericht tegen de beschikking ‘U krijgt 30.000 euro van ons’ van 23 juni 2021 (UHT-B DMB2) van de Belastingdienst/Toeslagen/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT). Dit
bezwaarschrift is door [gemachtigde] bij brief van 19 augustus 2021 aangevuld.

Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691), gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304). Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag toegekend ter hoogte van € 30.000.

De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in de vergadering van 15 april 2022.

Gronden van bezwaar

Namens belanghebbende wordt -samengevat- gesteld dat het onduidelijk is gebleven waarom zij als fraudeur is aangemerkt (dan wel als iemand vergelijkbaar met een fraudeur) waardoor er is teruggevorderd en er verminderingen van de toeslagen zijn ingevoerd. Er wordt om vergoeding van de proceskosten gevraagd.

Toepasselijke wet- en regelgeving

  • Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
  • Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
  • Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
  • Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna: Compensatieregeling), gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
  • Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit proceskosten);
  • Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
    (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
    Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
    Catshuisregeling).

Ontvankelijkheid

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.
Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen. Belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet zij daarvoor een verzoek indienen bij UHT.

Het bezwaarschrift is gericht tegen het besluit van 23 juni 2021 waarbij aan belanghebbende op grond van de Catshuisregeling het forfaitaire bedrag van € 30.000 wordt toegekend. Het bezwaarschrift bevat geen gronden tegen de toekenning van dat bedrag, maar uitsluitend tegen het feit dat er niet althans onvoldoende duidelijk is gemaakt waarom belanghebbende als fraudeur is aangemerkt met alle gevolgen van dien. Deze grond geeft de Commissie geen reden om te oordelen dat belanghebbende het bedrag van € 30.000 ten onrechte heeft ontvangen of dat de Catshuisregeling niet goed is uitgevoerd. Bij de integrale beoordeling zal de persoonlijke situatie van belanghebbende aan de orde komen.

Het bezwaarschrift is in die zin kennelijk ongegrond. De Commissie heeft met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb, van het horen van belanghebbende en haar gemachtigde afgezien. Voor de kosten van de rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure is er, nu het bezwaar naar de mening van de Commissie kennelijk ongegrond is, geen recht op vergoeding.

Voor een aanvullende compensatie voor werkelijke schade dient belanghebbende een verzoek in te dienen bij UHT. De Commissie heeft het bezwaar van belanghebbende aangemerkt als een (herhaald) verzoek om meer compensatie.

De Commissie wijst UHT, wellicht ten overvloede, op het belang van belanghebbende bij een integrale beoordeling waarbij aandacht aan haar persoonlijke situatie zal worden besteed.

Advies

De Commissie adviseert het bezwaar tegen het bestreden besluit van UHT waarbij aan
belanghebbende € 30.000 is toegekend kennelijk ongegrond te verklaren, de integrale beoordeling van de compensatie zo spoedig mogelijk in gang te zetten en het verzoek om proceskostenvergoeding af te wijzen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter