BAC 2021-1747
Publicatiedatum 03-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 8 april 2021 met kenmerk UHT-DC-I
Ontvangst bezwaarschrift: 4 mei 2021
Hoorzitting: 2 maart 2022
Overdracht advies aan UHT: 16 maart 2022
Samenvatting
De Commissie adviseert onder andere om het compensatiebedrag bij te stellen en om een proceskostenvergoeding toe te kennen.
Onderwerp van advies
Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift dat later door (hierna: gemachtigde) is aangevuld, is gericht tegen de door Belastingdienst/ Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag over 2007 tot en met 2009.
De toegekende compensatie bestaat uit:
- vergoeding voor correctiebesluiten (onderdeel 3.1.1);
- vergoeding voor veronderstelde materiële schade volgens de vaste norm van 25% van dit bedrag (onderdeel 3.1.3);
- vergoeding voor invorderingskosten, inclusief rente (onderdeel 3.1.4);
- vergoeding voor veronderstelde (onderdeel 3.1.2);
- vergoeding voor proceskosten (onderdeel 3.1.5).
- rentevergoeding voor de gemiste kinderopvangtoeslag (3.1.6);
- extra vergoeding van 1% (onderdeel 6).
Deze bezwaarschriftprocedure heeft alleen betrekking op de toekenning van de
standaardvergoedingen volgens de Compensatieregeling en niet op de vergoeding van de werkelijke schade. Hiervoor is de procedure bij de Commissie Werkelijke Schade
bestemd.
Procesverloop
Bij brief van 1 februari 2021 is aangekondigd dat belanghebbende € 77.583 krijgt omdat er fouten zijn gemaakt bij het onderzoek naar de kinderopvangtoeslag.
Bij brief van 8 april 2021 is € 78.327 toegekend.
Bij brief van 4 mei 2021 heeft belanghebbende tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag bezwaar gemaakt. Op 24 januari 2022 heeft
gemachtigde het bezwaarschrift aangevuld.
UHT heeft op 9 februari 2022 een schriftelijke reactie ingediend.
Op 2 maart is een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van [belanghebbende],
[gemachtigde] en UHT.
Gronden van bezwaar
De gronden van bezwaar luiden samengevat als volgt:
In de berekening is verzuimd alle door belanghebbende terugbetaalde en ten laste van hem verrekende bedragen op te nemen, zodat de compensatieberekening onjuist is. De gegevens zijn door belanghebbende aangeleverd.
Gemachtigde vraagt tevens vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand.
Verweer
Voor de compensatieberekening kunnen alleen terugbetalingen en verrekeningen worden meegenomen die betrekking hebben op de kinderopvangtoeslag. Over 2007 en 2008 zijn geen bedragen in mindering gebracht op de compensatie vanwege door belanghebbende niet betaalde schuld kinderopvangtoeslag. Over 2009 wel, te weten € 11.516. Maar uit de door belanghebbende overlegde stukken wordt niet aannemelijk dat dit bedrag te hoog is vastgesteld.
Voor 2007 moet het bedrag onder a) worden bijgesteld naar € 2.309. De vergoeding voor juridische hulp dient ook naar boven bijgesteld te worden door verhoging van het bedrag per procespunt, tegen het hoogste tarief. De vergoeding voor veronderstelde immateriële schade loopt door tot aan de datum van de beslissing op dit bezwaar.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904; - Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
proceskosten); - Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag, Staatscourant 1 maart 2021, 10248 (hierna: Subsidieregeling).
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie is van mening dat de verrekeningen en betalingen op de juiste wijze in de tabel bij de beschikking van 8 april 2021 zijn verwerkt.
Met instemming heeft de Commissie kennis genomen van de door UHT voorgenomen aanpassingen:
- onder a) voor het jaar 2007 zal het bedrag van kinderopvangtoeslag omhoog worden bijgesteld;
- onder h) de vergoeding voor juridische hulp te berekenen naar het thans geldende hoogste tarief; en
- onder i) de vergoeding voor veronderstelde immateriële schade door te laten lopen tot aan de datum van de beschikking op bezwaar.
Daarnaast adviseert de Commissie om in de berekening aan te passen:
- het bedrag onder f) voor 2007;
- het bedrag onder j (rente voor gemiste kot door te berekenen tot de beslissing op bezwaar); en
- het bedrag onder k) de aanvullende vergoeding van 1% over het subtotaal van het compensatiebedrag.
Voor de kosten van de rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure heeft belanghebbende, nu het bezwaar naar de mening van de Commissie gedeeltelijk gegrond is, recht op een forfaitaire vergoeding op basis van 2 procespunten (voor het aanvullen van het bezwaarschrift en de hoorzitting) met een wegingsfactor 2. Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen, namelijk € 759.
Conclusie en advies
De Commissie adviseert UHT om het compensatiebedrag bij te stellen onder a) en f) (voor 2007; kot voor het onderzoek en materiële schade) en onder h) voor juridische hulp, i) voor veronderstelde immateriële schade, j) rente berekend over gemiste
kinderopvangtoeslag tot aan de datum van de de beslissing op bezwaar en k) voor de aanvullende vergoeding van 1%. Ook adviseert de Commissie om een
proceskostenvergoeding toe te kennen op basis van 2 procespunten met een
wegingsfactor 2 tegen het hoogst geldende tarief.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter