BAC 2021-647
Publicatiedatum 03-06-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 11 maart 2021 met kenmerk UHT-B DMB2
Ontvangst bezwaarschrift: 16 april 2021
Overdracht advies aan UHT: 3 oktober 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk ongegrond te verklaren en
belanghebbende te laten weten dat dit geen gevolgen heeft voor de integrale beoordeling. De Commissie adviseert UHT de integrale beoordeling van de
compensatie in gang te zetten.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de beschikking van 11 maart 2021 met kenmerk UHT-B DMB2 van de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT).
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691, hierna:
Catshuisregeling) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304).
Bij de voormelde beschikking heeft UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag
toegekend ter hoogte van € 30.000.
De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 29 september 2022.
Toepasselijke wet- en regelgeving
- Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);
- Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir);
- Verzamelbesluit Toeslagen van 17 april 2020 (Staatscourant2020, 22720);
- Besluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken (hierna:
Compensatieregeling), gedateerd:- 6 december 2019, Staatscourant 9 december 2019, 66172;
- 20 mei 2020, Staatscourant 26 mei 2020, 28700;
- 28 augustus 2020, Staatscourant 7 september 2020, 45904;
- Besluit proceskosten bestuursrecht van 22 december 1993 (hierna: Besluit
proceskosten); - Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021
(Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij Besluit uitbreiding Catshuisregeling
Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021, (Staatscourant 2021, 28304) (hierna:
Catshuisregeling).
Ontvankelijkheid
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en tijdig is ontvangen en dat
het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Belanghebbende kan zich niet verenigen met het in de beschikking vermelde bedrag van compensatie. Zij acht de werkelijk geleden schade hoger dan het bedrag van € 30.000 en beschrijft de nadelige gevolgen van de toeslagenaffaire. Zij begroot haar werkelijk geleden schade op een bedrag van € 52.460.
Het uitkeren van het forfaitair bedrag van € 30.000 is gebaseerd op de Catshuisregeling. Het Kabinet heeft deze regeling vastgesteld om UHT in staat te stellen gedupeerde ouders sneller (voor een gedeelte) te compenseren.
Na toekenning van het forfaitaire bedrag zal UHT op een later moment het definitieve
bedrag aan compensatie of tegemoetkoming op grond van een van de herstelregelingen, bedoeld in onderdeel 2.1 van de Catshuisregeling, bij beschikking vaststellen; belanghebbende behoeft daarvoor geen actie te ondernemen. Tegen dit definitieve bedrag kan bezwaar worden gemaakt. Indien belanghebbende daarnaast voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade in aanmerking wil komen, moet belanghebbende daarvoor een verzoek indienen bij UHT.
Hoewel het bezwaarschrift zich richt tegen de voormelde beschikking waarbij
aan belanghebbende een uitkering van € 30.000 op grond van de Catshuisregeling is
toegekend, bevat het geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag,
maar uitsluitend een verzoek om meer compensatie. Belanghebbende heeft met het indienen van dit bezwaarschrift naar alle waarschijnlijkheid dan ook alleen willen bewerkstelligen dat zij voor meer compensatie in aanmerking komt. Zij heeft echter daarmee ook formeel bezwaar gemaakt tegen het besluit waarin het forfaitaire bedrag van € 30.000 is toegekend. Dit bezwaarschrift wordt schriftelijk afgedaan.
De Commissie concludeert dat belanghebbende op goede gronden het forfaitaire bedrag heeft ontvangen en dat de Catshuisregeling goed is uitgevoerd. Het bezwaarschrift van belanghebbende is dan ook kennelijk ongegrond. De Commissie heeft dan ook met toepassing van artikel 7:3 Awb van het horen van belanghebbende afgezien.
Ten aanzien van het schikkingsvoorstel merkt de Commissie het volgende op. In het
dossier van belanghebbende is enkel de compensatie op grond van de Cathuisregeling
toegekend. In het kader van de Cathuisregeling is het niet mogelijk om meer dan € 30.000 toe te kennen. Voor zover belanghebbende meer schade opvoert kan deze aan de orde komen in het kader van de integrale beoordeling.
Advies
De Commissie adviseert het bezwaar tegen de toekenning van € 30.000 kennelijk
ongegrond te verklaren en de integrale beoordeling van de compensatie in gang te
zetten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter