BAC 2021-1660

Samenvatting

Op 5 juli 2021 ontving de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) het door (gemachtigde) ingediende bezwaarschrift namens [belanghebbende]. Het bezwaarschrift was gericht tegen de beschikking minimumbedrag herbeoordeling kinderopvangtoeslag van 3 juni 2021 (UHT-B DMB2) van UHT, waarbij UHT aan belanghebbende een compensatiebedrag heeft toegekend ter hoogte van € 30.000.

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) is ingesteld om UHT te
adviseren over bezwaarschriften. Bij brief van 24 september 2021 heeft de secretaris van de Commissie gemachtigde bericht dat het bezwaarschrift werd doorgezonden naar de Commissie Werkelijke Schade (CWS), daar de indruk bestond dat inhoudelijk geen bezwaar werd gemaakt tegen de toekenning van de compensatie van € 30.000 maar uitsluitend om meer compensatie werd verzocht. Gemachtigde heeft dit niet
weersproken. Naar verluidt had belanghebbende zich eerder al gemeld bij CWS.

Het bezwaarschrift zelf bevat verder geen bezwaren tegen toekenning van dat bedrag
van € 30.000. Volgens de systematiek van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het bezwaar daarom kennelijk ongegrond. Met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb heeft de Commissie dan ook van het horen van belanghebbende afgezien. De Commissie adviseert UHT om de integrale herbeoordeling in gang te zetten.