BAC 2022-06707
Publicatiedatum 05-01-2024
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 18 april 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 26 april 2022
Hoorzitting: 26 september 2023
Overdracht advies aan UHT: 4 oktober 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert aan UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking van 18 april 2022. In de bestreden beschikking heeft UHT kenbaar gemaakt dat zij naar aanleiding van de eerste toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende het forfaitaire bedrag van € 30.000 toe te kennen.
De beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304).
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in artikel 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht te zijn
genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft zich bij UHT gemeld in het kader van herbeoordeling KOT.
- Bij brief van 18 april 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij op
basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende € 30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd. - Bij brief van 22 april 2022 heeft belanghebbende hiertegen bezwaar gemaakt. Het
bezwaar is op 26 april 2022 ontvangen. De ontvangst is op 11 mei 2022 bevestigd. - Op 13 maart 2023 heeft UHT schriftelijk gereageerd op de gronden van bezwaar.
- Op 26 september 2023 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in (digitale)
aanwezigheid van partijen. Het hoorverslag is opgenomen bij het advies. - De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft dit advies behandeld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaar ontvankelijk is.
Hoorzitting
Tijdens de hoorzitting is, kort en bondig weergegeven, het volgende besproken.
Belanghebbende geeft aan dat het nu gelukkig veel beter met haar gaat. Haar zoon
is nu 11 jaar oud en ze heeft inmiddels ook een dochter. De voorzitter spreekt bewondering uit voor hoe belanghebbende zich heeft herpakt na de lastige jaren.
Belanghebbende licht chronologisch toe wat haar is overkomen. Zij had een relatie met iemand met verslavingsproblematiek. Hier zijn veel mensen de dupe van geworden en er is vaak politie aan te pas gekomen. Haar ex-partner heeft op haar
naam voor 2010 en 2011 KOT aangevraagd. Dit gebeurde buiten haar medeweten om, terwijl ze toen nog helemaal geen kinderen had. Op een gegeven moment heeft
ze de relatie beëindigd. Toen ze eindelijk een eigen plek had, bleek ze de stempel
fraudeur bij de Belastingdienst te hebben. Er liep een onderzoek naar haar aanvragen voor KOT, huurtoeslag en zorgtoeslag. Daarom werden de toeslagen niet
uitbetaald. Ook werd er loonbeslag gelegd. Ze kreeg geen toeslagen en moest samen met haar zoon rondkomen van het minimum. In die tijd heeft ze zich aangemeld bij de gemeente voor schuldhulpverlening. Helaas kon de gemeente niet helpen omdat niet alle schuldeisers wilden meegaan in minnelijk traject. Overigens wilde de Belastingdienst wel meewerken. Vervolgens is ze in de wettelijke schuldsanering terechtgekomen. Dat zorgde eindelijk voor rust na een periode van veel stress en zorgen. Vanaf toen werden ook de toeslagen normaal uitbetaald. Maar ook nu wordt ze nog geconfronteerd met de gevolgen van deze periode. Omdat belanghebbende nog steeds BKR geregistreerd staat, kan zij bijvoorbeeld geen huis kopen. Daarom wil ze in ieder geval ook hier haar stem laten horen. Onlangs is ze gebeld door de Belastingdienst met excuses omdat haar gegevens in het fraudesysteem (hierna: FSV-lijst) hebben gestaan. Ze heeft ook een excuusbrief ontvangen.
De behandelend ambtenaar van UHT geeft aan dat de notering op de FSV-lijst te
maken heeft met de onterechte aanvragen voor KOT in 2010 en 2011. De KOT is
destijds na die aanvraag direct weer nihil beschikt omdat belanghebbende toen geen kinderen had. Of er destijds iets is uitbetaald en vervolgens weer teruggevorderd, moet nader worden uitgezocht. Bij gevallen van identiteitsfraude zoals deze, kan dat alleen tijdens de integrale beoordeling.
Belanghebbende geeft aan dat ze in januari 2013 KOT heeft aangevraagd voor haar
zoon en deze pas in juni van dat jaar werd uitbetaald. Al die tijd moest ze zelf voor
de kosten voor kinderopvang opdraaien. Volgens de behandelaar van UHT volgt uit
de eerste toets van de systemen van de Belastingdienst dat de KOT voor 2013 al in
februari is uitgekeerd (productie 10 bezwaardossier). Ook dit kan nader worden
onderzocht tijdens de integrale beoordeling met behulp van een persoonlijk zaak
behandelaar.
De voorzitter geeft aan dat de integrale beoordeling meer duidelijkheid zal geven
over wat er precies is gebeurd in het verleden. Mogelijk helpt dit ook om het een
plek te kunnen geven.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd.
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.
De Commissie ziet zich in deze procedure voor de vraag gesteld of UHT terecht en op
goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of tegemoetkoming op basis van de eerste toets af te wijzen.
Toeslagjaren 2010 en 2011
Met betrekking tot de nihilstellingen in 2010 en 2011 merkt de Commissie op dat een onderzoek naar identiteitsfraude, zoals door belanghebbende gemeld, niet valt binnen
de kaders van de lichte toets. De reden hiervoor is dat een dergelijk onderzoek ingewikkeld kan zijn en meer tijd vergt.
Toeslagjaren 2013, 2014, 2015 en 2019
Uit de stukken blijkt dat de neerwaartse bijstellingen in 2013, 2014, 2015 en 2019 werden veroorzaakt doordat ofwel sprake was van een hoger toetsingsinkomen in die
jaren, ofwel zelf door belanghebbende een tijdelijke stopzetting van de kinderopvang
werd doorgegeven.
De Commissie kan UHT volgen ten aanzien van de motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. Hoewel de beschikking geen uitvoerige motivering bevat, heeft UHT met de schriftelijke reactie en diverse documenten waaronder SAS-overzichten en RKT-bestanden alsnog gemotiveerd waarom zij op binnen de kaders van de lichte toets aan belanghebbende geen € 30.000 heeft toegekend.
Gezien het voorgaande kan belanghebbende (vooralsnog) niet als gedupeerde in de zin van de herstelregelingen worden aangemerkt. Met betrekking tot hetgeen belanghebbende tijdens de hoorzitting heeft aangegeven over de zeer late uitbetaling
van KOT in 2013, geldt tevens dat dit zal moeten worden onderzocht tijdens de integrale beoordeling. De Commissie merkt op dat deze procedure alleen ziet op herbeoordeling van de KOT en niet op andere toeslagen.
Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie adviseert het bestreden besluit in stand te laten. Met deze beoordeling geeft de Commissie geen voorschot op de
integrale beoordeling die nog zal plaatsvinden.
Conclusie
Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie het bezwaar ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking in stand te houden.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter