Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-05192

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 8 maart 2022 met kenmerk UHT CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 23 maart 2022

Hoorzitting: 4 mei 2023

Overdracht advies aan UHT: 23 mei 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren, de bestreden beschikking in stand te laten en de integrale beoordeling te starten.

Onderwerp van advies

Het door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking eerste (lichte) toets € 30.000 van 8 maart 2022 (met kenmerk UHT CHR GU). In deze beschikking heeft UHT kenbaar gemaakt dat zij in de lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende het forfaitaire bedrag van € 30.000 uit te betalen.

Overgangsrecht

Op 5 november 2022 is de Wet houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (hierna: 'Wet hersteloperatie toeslagen' of 'Wht') in werking getreden. Op
grond van artikel 9.2 Wht werkt afdeling 2.1, voor zover hier relevant, terug tot en met
26 januari 2021.

Artikel 8.6 Wht bepaalt dat beschikkingen die op basis van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van voornoemde afdeling 2.1, vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven op grond van de van toepassing zijnde artikelen van deze afdeling.

Het vorenstaande betekent dat de in dit geval bestreden beschikking geacht wordt te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wet hersteloperatie toeslagen.

Procesverloop

  • Bij beschikking van 8 maart 2022 heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat
    zij (nog) geen recht heeft op een betaling van € 30.000 over toeslagjaren 2010 en 2011.
  • Bij brief van 17 maart 2022 heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze beschikking.
  • Op 6 april 2022 heeft UHT de ontvangst van het bezwaarschrift schriftelijk aan belanghebbende bevestigd.
  • UHT heeft op 23 januari 2023 schriftelijk gereageerd op het bezwaar.
  • Op 4 mei 2023 heeft de Commissie het bezwaar van belanghebbende behandeld op een hoorzitting in (digitale) aanwezigheid van belanghebbende, haar begeleider en UHT. Een verslag hiervan is achter dit advies gevoegd.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Het bezwaarschrift is ontvankelijk.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Belanghebbende is het niet eens met de beslissing van UHT in de lichte toets om aan
haar nog geen € 30.000 toe te kennen over toeslagjaren 2010 en 2011. In bezwaar is de Commissie - kort samengevat - gevraagd of UHT op goede gronden tot deze beslissing is gekomen.

Het kabinet heeft in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag een aantal
aanvullende maatregelen genomen met als doel sneller recht te kunnen doen aan een
grote groep gedupeerde ouders. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een
forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel
hebben ingediend en daarvoor, na een lichte toets, in aanmerking komen.

UHT heeft als productie 11 het verslag ingebracht van het telefonisch contact tussen
belanghebbende en UHT op 11 januari 2022. Uit dit verslag blijkt dat belanghebbende
heeft gezegd dat zij geen gebruik maakte van kinderopvang. Tijdens de hoorzitting van
de Commissie op 4 mei 2023 heeft belanghebbende dit bevestigd. Het afnemen van
kinderopvang is echter een voorwaarde om kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) te
krijgen en om, als ook aan andere voorwaarden is voldaan, in aanmerking te kunnen
komen voor compensatie. Nu belanghebbende geen gebruik van kinderopvang heeft
gemaakt, heeft zij geen aanspraak op compensatie. De Commissie zal UHT daarom
adviseren het bezwaar van belanghebbende ongegrond te verklaren. Dat betekent dat
de genomen beslissing niet verandert.

De Commissie merkt voor de volledigheid nog op dat onderzoek naar mogelijke fraude, zoals door belanghebbende gemeld, niet valt binnen de kaders van de lichte toets. Deze zal worden meegenomen in de nog door UHT uit te voeren integrale beoordeling.

Conclusie

Samenvattend concludeert de Commissie dat UHT voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets. De Commissie adviseert UHT om het
bezwaarschrift ongegrond te verklaren, de bestreden beschikking in stand te laten en de integrale beoordeling van het dossier van belanghebbende in gang te zetten.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter