BAC 2022-05225
Publicatiedatum 09-11-2023
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 9 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 25 maart 2022
Hoorzitting: 7 september 2023
Overdracht advies aan UHT: 14 september 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door namens (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift van 22 maart 2022, ontvangen op 25 maart 2022, is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking lichte toets van 9 februari 2022, met kenmerk UHT CHR GU.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021,
(Staatscourant 2021, 28304) (hierna: Catshuisregeling).
Op 5 november 2022 is Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433).
Gelet op artikel 8.6 en artikel 9.2 Wht moet de bestreden beschikking van 9 februari
2022 geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij brief van 9 februari 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij
op basis van de uitgevoerde lichte toets (met verwijzing naar toeslagjaar 2017, 2018 en 2019) nog geen reden ziet om aan belanghebbende € 30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd. - Gemachtigde heeft bij brief, ingekomen op 22 maart 2022, bezwaar gemaakt tegen deze beschikking. Op 7 april 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging hiervan gestuurd.
- De UHT is in gebreke gesteld op 26 augustus 2022. Daarna is er beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op 28 november 2022.
- Op 14 december 2022 heeft UHT schriftelijk gereageerd op de bezwaargronden van belanghebbende.
- Op 7 september 2023 heeft de Bezwaarschriftenadviescommissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen.
- Dit advies is behandeld door [voorzitter] en [leden].
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of
tegemoetkoming vooralsnog af te wijzen.
In het kader van de hersteloperatie KOT heeft het kabinet eind 2020 aanvullende
maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen. Eén van die
maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het verzoek
wordt gehonoreerd.
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht. Zoals uiteen is gezet in artikel 2.7 Wht voorziet die wet in een eenmalige forfaitaire uitkering aan gedupeerde ouders. Deze uitkering is bedoeld voor ouders die een verzoek hebben
ingediend of gaan indienen voor compensatie of tegemoetkoming op grond van de Wht, als zij daarvoor in aanmerking komen.
De Commissie kan UHT volgen ten aanzien van de motivering van het besluit en de
zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. Hoewel de beschikking geen uitvoerige motivering bevat, heeft UHT met de schriftelijke reactie van 14 december 2022 en diverse documenten waaronder SAS-overzichten alsnog goed gemotiveerd waarom zij op basis van de lichte toets aan belanghebbende geen € 30.000 heeft toegekend.
In de schriftelijke reactie licht UHT toe dat de bijstellingen over de toeslagjaren 2017 tot en met 23 oktober 2019 zijn gebaseerd op wijzigingen die belanghebbende heeft
doorgegeven. De bijstellingen betreffen wijziging van de kinderopvang uren en een
tijdelijke stopzetting. Alleen in 2017 werd belanghebbende verzocht € 47 terug te betalen. Een betalingsregeling was hiervoor niet aan de orde.
UHT concludeert daarmee dat sprake is van verwerking van door belanghebbende
verstrekte gegevens conform wet- en regelgeving en dat er geen sprake is van
vooringenomen handelen of hardheid van B/T, of van een onterechte kwalificatie
opzet/grove schuld.
Voor het toeslagjaar 2019 heeft UHT toegelicht dat de beschikkingen van 7 februari 2020 (nihilstelling), 13 maart 2020 en 3 april 2021 niet worden getoetst door UHT omdat op grond van artikel 2.1 sub 1 Wht alleen compensatie wordt verleend in het geval van schade die ontstaan is voor 23 oktober 2019 door toedoen van B/T. De Commissie overweegt dat belanghebbende voor deze beschikkingen mogelijk nog een herziening kan aanvragen bij de Belastingdienst/Toeslagen. De Commissie is niet bevoegd om te oordelen over schade die is ontstaan na 23 oktober 2019.
Gezien het voorgaande kan belanghebbende (vooralsnog) niet als gedupeerde in de zin
van de herstelregelingen worden aangemerkt. De Commissie concludeert daarom in
antwoord op de hierboven gestelde vraag dat UHT op goede gronden tot haar besluit is gekomen.
Voor zover een grondiger bestudering tijdens de integrale beoordeling tot de conclusie
leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, dan kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Dit heeft echter geen gevolgen voor het besluit over de lichte toets waartegen in onderhavige procedure in bezwaar is gekomen.
Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar
ongegrond te verklaren.
Conclusie
Samenvattend is de Commissie van oordeel dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking in stand te laten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter