BAC 2021-680

Publicatiedatum 06-11-2023

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift, is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen beschikking inzake de aanvraag van belanghebbende om toekenning van een zoegnoemde Catshuisuitkering van 5 november 2021 (CAP UCF 21 093 UHT).

De Commissie, bestaande [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaarschrift behandeld in haar vergadering van 14 oktober 2022.

Procesverloop

• Belanghebbende heeft zich op 25 mei 2021 bij UHT aangemeld in het kader van een
  herbeoordeling van kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
• Telefonisch is op 2 juli 2021 aan belanghebbende meegedeeld dat zij (nog) geen
  recht heeft op een betaling van € 30.000.
• Bij formulier van 2 juli 2021 heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze
  mededeling.
• Bij beschikking van 5 november 2021 heeft UHT bevestigd dat belanghebbende op
  basis van de lichte toets (nog) niet in aanmerking komt voor € 30.000. Er volgt nog
  een integrale beoordeling.
• Tevens is op 5 november 2021 de ontvangst van het bezwaarschrift van belanghebbende bevestigd. Belanghebbende wordt verzocht het bezwaarschrift nogmaals toe te sturen, omdat dit niet volledig is doorgekomen. Belanghebbende heeft hierop niet gereageerd.
• Op 8 november 2021 heeft nogmaals een lichte toets plaatsgevonden. Op basis van
  deze lichte toets is vastgesteld dat er sprake is van gedupeerdheid in het kader van
  de Cathuisregeling.
• Bij beschikking van 27 november 2021 heeft UHT alsnog beslist dat belanghebbende op basis van de lichte toets in aanmerking komt voor € 30.000.
• Op 17 maart 2022 heeft UHT de ontvangst van het bezwaarschrift tegen de beschikking van 5 november 2021 bevestigd. In deze brief wordt tevens bevestigd
  dat belanghebbende haar bezwaar tegen de afwijzing van de Catshuisregeling wenst
  te handhaven ondanks dat deze Catshuisregeling inmiddels is toegekend.
• Bij brief van 30 maart 2022 en 10 juni 2022 is belanghebbende gevraagd om haar
  bezwaar aan te vullen. Daarop is niet gereageerd.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Het bezwaarschrift is prematuur ingediend tegen de primaire beschikking van 5
november 2021 en is op 2 juli 2021 ingekomen bij de Belastingdienst/Toeslagen.
Belanghebbende mocht echter redelijkerwijs aannemen dat het besluit al tot stand was gekomen. Het bezwaarschrift voldoet tevens aan de andere wettelijke vereisten en wordt daarom ontvankelijk geacht.

De gronden van bezwaar zien echter uitsluitend op het (nog) niet in aanmerking komen voor het compensatiebedrag van € 30.000. Met het gewijzigde besluit van 27
november 2022 is alsnog een definitieve compensatie van € 30.000 toegekend, en is
aan het bezwaarschrift van belanghebbende volledig tegemoet gekomen. Daarmee is
naar de mening van de Commissie het procesbelang van belanghebbende bij
beoordeling van het besluit van 5 november 2021 komen te vervallen. Hieruit volgt dat de bezwaren die op dit besluit betrekking hebben kennelijk niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.

Conclusie

Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift dat gericht is tegen
het besluit van 5 november 2021 kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren.