Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-07073

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 28 maart 2022 met kenmerk UHT CHR GU

Ontvangst bezwaarschrift: 12 mei 2022

Hoorzitting: 28 september 2023

Overdracht advies aan UHT: 19 oktober 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking in stand te laten.

Onderwerp van advies

Het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen "Beschikking eerste toets €30.000" van 28 maart 2022 (met kenmerk UHT CHR GU). In deze beschikking heeft UHT kenbaar gemaakt dat zij in de lichte toets vooralsnog geen reden ziet om aan belanghebbende het forfaitaire bedrag van € 30.000 uit te betalen.

Overgangsrecht

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en artikel 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Bij beschikking van 28 maart 2022 (met kenmerk UHT CHR GU) heeft UHT aan
    belanghebbende meegedeeld dat zij (vooralsnog) geen recht heeft op een betaling
    van € 30.000 over toeslagjaren 2011 tot en met 2015.
  • Bij brief van 9 mei 2022 heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze
    beschikking.
  • Op 26 mei 2022 heeft UHT de ontvangst van het bezwaarschrift schriftelijk aan
    belanghebbende bevestigd.
  • UHT heeft op 18 april 2023 schriftelijk gereageerd op het bezwaar.
  • Op 28 september 2023 heeft de Commissie het bezwaar van belanghebbende
    behandeld op een (digitale) hoorzitting in aanwezigheid van partijen. Een verslag
    hiervan is achter dit advies gevoegd.
  • De Commissie, bestaande uit [voorzitter] en [leden], heeft het bezwaar behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Belanghebbende is het niet eens met de beslissing van UHT in de lichte toets om aan
haar vooralsnog geen € 30.000 toe te kennen over toeslagjaren 2011 tot en met 2015.
In bezwaar is de Commissie – kort samengevat – gevraagd of UHT op goede gronden tot deze beslissing is gekomen.

Het kabinet heeft in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) een aantal aanvullende maatregelen genomen met als doel sneller recht te kunnen doen aan een grote groep gedupeerde ouders. Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van€ 30.000 aan alle gedupeerde ouders. die een verzoek voor herstel hebben ingediend en daarvoor, na een lichte toets, in aanmerking komen.

In bezwaar heeft belanghebbende toegelicht welke problemen zich in de verschillende
toeslagjaren hebben voorgedaan bij de vaststelling van de KOT als zodanig. Voor zover
belanghebbende daarmee betoogt dat de KOT in deze toeslagjaren niet correct is
vastgesteld, gaat de Commissie daaraan voorbij. De Wht beoogt immers geen
herziening van onherroepelijke vaststellingsbeschikkingen. De regeling heeft niet tot
doel om alsnog KOT uit te keren, maar richt zich op compensatie van onterecht
teruggevorderde KOT. Het bezwaar is op dit punt ongegrond.

Ter zitting heeft belanghebbende toegelicht dat het overkoepelende bezwaar voor alle
toeslagjaren is dat de Belastingdienst/Toeslagen (hierna B/T) nooit informatie bij haar
heeft opgevraagd. In de ogen van belanghebbende had dat wel gemoeten en leidt het
ontbreken daarvan tot vooringenomen handelen dan wel hardheid van B/T. De
Commissie heeft begrip voor de frustratie van belanghebbende dat zij jaar op jaar om
telkens andere redenen een bezwaarprocedure heeft moeten voeren om het juiste
bedrag aan KOT te mogen ontvangen. Haar gevoelens over de uitvoeringspraktijk
worden door heel veel mensen gedeeld, zoals onder andere gedocumenteerd in de
rapporten van de Nationale Ombudsman en de Parlementaire Onderzoekscommissie
Kindertoeslagen. De verschillende gronden die belanghebbende destijds heeft
aangevoerd, rechtvaardigen in de ogen van de Commissie echter niet de conclusie dat
er sprake is van een patroon in het handelen van B/T. In een grootschalig proces als dat
van de toeslagen is maatwerk pas daadwerkelijk mogelijk als mensen zichzelf melden.
In dat licht heeft het systeem van rechtswaarborgen gewerkt. Zij heeft namelijk, al is
het na bezwaarprocedures, ontvangen waar zij recht op had. De Commissie ziet daarom binnen het beperkte toetsingskader van de lichte toets geen aanknopingspunten om tot de conclusie te komen dat sprake is van vooringenomen handelen of hardheid van B/T.

In het licht van het vorenstaande en in antwoord op de hierboven gestelde vraag of UHT op goede gronden tot de door belanghebbende bestreden beslissing is gekomen, acht de Commissie het begrijpelijk dat UHT geoordeeld heeft dat belanghebbende in de lichte toets vooralsnog niet in aanmerking komt voor compensatie. De Commissie zal UHT daarom adviseren het bezwaar van belanghebbende ongegrond te verklaren. Dat betekent dat de genomen beslissing niet verandert. Voor zover een grondiger
bestudering tot de conclusie leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, hetgeen op voorhand niet kan worden uitgesloten, kan alsnog worden overgegaan tot compensatie. Dit zal dan evenwel in het kader van de integrale
beoordeling zijn en heeft derhalve geen gevolgen voor het besluit waartegen in
onderhavige procedure in bezwaar is gekomen

Het vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bestreden besluit in stand te laten. Met dit advies neemt de Commissie geen voorschot op de integrale beoordeling die nog zal plaatsvinden.

Conclusie

Samenvattend concludeert de Commissie dat UHT voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets. De Commissie adviseert UHT om het
bezwaarschrift ongegrond te verklaren, de bestreden beschikking in stand te laten en
geen proceskostenvergoeding toe te kennen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter