Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2023-11903

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 24 juni 2021 met kenmerk UHT-DC

Hoorzitting: 19 november 2024

Overdracht advies aan UHT: 28 november 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de
beschikking van 24 juni 2021 met kenmerk UHT-DC te herroepen en een vergoeding van de proceskosten toe te wijzen.

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift van 20 februari 2023 is gericht tegen de door UHT genomen beschikking definitieve compensatie kinderopvangtoeslag van 24 juni 2021 met kenmerk UHT-DC.

Aan belanghebbende is met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 en
vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna:
Compensatieregeling) compensatie toegekend voor een bedrag van € 46.533 voor de
toeslagjaren 2008 tot en met 2013.

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 27 mei 2020 en 2 februari 2021 verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de toeslagjaren 2008 tot en met 2013.
  • UHT heeft bij beschikking van 15 februari 2021 (UHT-B- DMB2) aan
    belanghebbende medegedeeld dat zij wel in aanmerking komt voor een betaling
    van €30.000.
  • UHT heeft bij vooraankondiging van 17 mei 2021 (UHT-VC) aan belanghebbende
    een compensatie toegekend voor een bedrag van € 46.335.
  • UHT heeft bij de bestreden beschikking van 24 juni 2021 (UHT-DC) aan
    belanghebbende een compensatie toegekend voor een bedrag van € 46.533.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 20 februari 2023 tegen deze beschikking een
    bezwaarschrift ingediend.
  • UHT heeft op 21 maart 2024 schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
  • Op 19 november 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is
    een verslag gemaakt, dat achter het advies is gevoegd.
  • UHT heeft, daartoe door de Commissie ter zitting verzocht, op 25 november 2024
    een nadere schriftelijke reactie met screenshots ingediend. Deze stukken zijn ter
    kennisgeving door UHT ook aan gemachtigde toegezonden.
  • Dit advies wordt uitgebracht door de Commissie.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Motivering
Belanghebbende stelt dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd. Ten aanzien van de motivering van het besluit overweegt de Commissie dat UHT de bestreden beslissing inderdaad niet uitvoerig heeft toegelicht, maar dat dit niet impliceert dat er van een gebrekkige motivering dan wel onzorgvuldigheid sprake is.
De Commissie is van mening dat door middel van het indienen van het
schriftelijke verweer, een uitgebreide uitleg met behulp van het invul- en
beoordelingsformulier, beschikkingen en overige producties, het bestreden besluit
voldoende is onderbouwd.

Ontbrekende stukken/volledige dossier/equality of arms
Belanghebbende stelt dat zonder het volledige persoonlijke dossier niet kan worden
beoordeeld of alle relevante stukken aanwezig zijn. De Commissie volgt dit standpunt
niet. De schriftelijke reactie van UHT en de op de zaak betrekking hebbende stukken zijn aan gemachtigde toegezonden. De Commissie heeft geen aanknopingspunten gevonden om aan te nemen dat hier niet is voldaan aan de in artikel 7:4 lid 2 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) neergelegde verplichting om alle op de zaak betrekking hebbende stukken ter inzage te leggen. De Commissie adviseert UHT daarom om dit onderdeel van het bezwaar ongegrond te verklaren.

Compensatie
Volgens UHT is over de jaren 2008 tot en met 2013 wel sprake van vooringenomenheid. Op basis hiervan is aan belanghebbende compensatie toegekend. UHT verwijst voor de uitleg van de compensatieberekening naar de bijlage van het bestreden besluit, de schriftelijke reactie en het informatie- en beoordelingsformulier.

UHT heeft aangegeven dat over de periode 2011 tot en met 2013 meerdere
componenten niet juist zijn berekend. De Commissie adviseert UHT om de componenten in de beslissing op bezwaar overeenkomstig haar eigen standpunt aan te passen. Ook de component immateriële schade en de vaste vergoeding van 1% dienen te worden aangepast aan de gewijzigde berekening.

Proceskosten
De Commissie adviseert om de componenten a, c, d, e, g, h, n, o en p van de
”Berekening definitieve beslissing compensatiebedrag kinderopvangtoeslag” aan te
passen op de door UHT in haar schriftelijke reactie aangegeven wijze. Aangezien het
bestreden besluit daardoor wordt herroepen, dient er een proceskostenvergoeding
toegekend te worden.
Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft belanghebbende recht op een forfaitaire vergoeding op basis van twee procespunten (bezwaarschrift en bijwonen hoorzitting). Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding toe te kennen (wegingsfactor 2).

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie om

  • De bezwaren tegen de beschikking UHT-DC gedeeltelijk gegrond te verklaren ten aanzien van eerder genoemde componenten en alle, ingevolge de Wht, daarmee samenhangende, vergoedingen opnieuw te berekenen met inachtneming van dit advies, en daarbij de einddatum van de desbetreffende vergoedingen vast te stellen op de datum tot aan de dagtekening van de beslissing op bezwaar en het bestreden besluit te herroepen;
  • een vergoeding toe te kennen voor kosten van rechtsbijstand in deze
    bezwaarprocedure.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter