BAC 2023-11774

Publicatiedatum 16-07-2025

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking definitieve compensatie kinderopvangtoeslag (hierna: kot) van 26 december 2022.

Aan belanghebbende is een compensatie toegekend van € 51.907,-, omdat bij de beoordeling van het recht op kinderopvangtoeslag van belanghebbende in de jaren 2012, 2013 en 2014 fouten zijn gemaakt.

Procesverloop

• Op 21 december 2020 heeft belanghebbende UHT verzocht om een herbeoordeling van haar recht op kot.
• Bij beschikking van 26 december 2022 met kenmerk UHT-DCH heeft UHT belanghebbende een compensatie toegekend van € 51.907,- voor de toeslagjaren 2012, 2013 en 2014.
• Bij brief van 25 januari 2023 heeft gemachtigde tegen deze beschikking beroep ingesteld bij de rechtbank te Amsterdam. De rechtbank heeft het beroepschrift doorgestuurd aan UHT. UHT heeft het beroepschrift aangemerkt als bezwaarschrift en de ontvangst ervan op 23 februari 2023 bevestigd.
• UHT heeft op 7 september 2023 een schriftelijke reactie ingediend op de bezwaren van de belanghebbende.
• Bij email van 25 februari 2024 heeft gemachtigde nadere stukken toegezonden, te weten een email van hem aan UHT d.d. 26 juni 2023 met als bijlage een overzicht van betalingen en een email van UHT aan hem d.d. 29 juni 2023.
• Op 1 maart 2024 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen. Het verslag daarvan is achter dit advies gevoegd.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT de toegekende compensatie voor de jaren 2012, 2013 en 2014 op de juiste wijze heeft berekend.

Belanghebbende heeft gesteld dat zij in 2017, 2018 en 2019 terugbetalingen heeft gedaan die niet in de compensatieberekening zijn meegenomen. Het bedrag onder g van de compensatie zou daardoor lager moeten zijn dan in de berekening is opgenomen, hetgeen tot een hoger compensatiebedrag leidt. Gemachtigde heeft bij email van 26 juni 2023 aan UHT bankafschriften toegestuurd waaruit betalingen van belanghebbende aan de belastingdienst blijken. Zoals UHT ter zitting heeft erkend, blijken deze betalingen niet uit de LIC-overzichten. UHT dient, zo meent de Commissie, aan de hand van de betalingsgegevens zoals die blijken uit de toegestuurde afschriften op korte termijn na te gaan op welke schulden deze betalingen zijn afgeboekt.

Indien dit betalingen op kotschulden met betrekking tot de jaren 2012, 2013 en/of 2014 zijn geweest, dient de compensatieberekening aangepast te worden en in het voordeel van belanghebbende aangepast moet worden. Dat betekent dat UHT bij het nemen van de beslissing op bezwaar moeten concluderen dat het bezwaar gegrond is en dient te leiden tot herroeping van de bestreden beslissing, onder toekenning van een proceskostenvergoeding.
Indien het betalingen blijken te zijn op andere kot-, toeslag- of belastingschulden, dan heeft dat geen invloed op de compensatieberekening en kan de bestreden beslissing in stand blijven.
In dat geval zal UHT wel duidelijk moeten maken op welke schulden de betalingen zijn afgeboekt.
De Commissie wijst erop dat, in het geval onduidelijk mocht blijven aan welke belasting- of toeslagschulden de betalingen zijn toe te rekenen, deze onduidelijkheid, in het licht van de feiten en omstandigheden van dit geval en de aard van de hersteloperatie, voor rekening van UHT dient te komen. Ook in dat geval zal de conclusie van UHT dienen te zijn dat het bezwaar gegrond is en de bestreden beslissing herroepen moet worden, onder toekenning van een proceskostenvergoeding.

Conclusie

De Commissie adviseert UHT overeenkomstig het vorenstaande te beslissen.