Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2023-11355

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 12 december 2022 met kenmerk UHT-DCHA

Ontvangst bezwaarschrift: 10 januari 2023

Hoorzitting: 20 juni 2024

Overdracht advies aan UHT: 16 september 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT
om het bezwaar in de onderhavige zaak gegrond te verklaren, het bestreden
besluit te herroepen, belanghebbende alsnog compensatie toe te kennen over
het toeslagjaar 2018. Tevens adviseert de Commissie het verzoek om
vergoeding van de proceskosten toe te wijzen.

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT op 12 december 2022 genomen definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag met kenmerk UHT-DCHA.

Met toepassing van Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) is aan belanghebbende medegedeeld dat zij geen recht heeft op compensatie voor het toeslagjaar 2018.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 2 juni 2021 verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de toeslagjaren 2015 tot en met 2019. In overleg met belanghebbende is het herbeoordelingsverzoek vervolgens beperkt tot het toeslagjaar 2018.
  • Bij beschikking van 16 februari 2022 met kenmerk UHT CHR GU heeft UHT aan
    belanghebbende medegedeeld dat zij niet in aanmerking komt voor een betaling
    van €30.000, alsmede dat de herbeoordeling nog niet klaar is.
  • De Commissie van Wijzen (hierna: CvW) heeft haar beoordeling van het verzoek
    van belanghebbende op 17 november 2022 aan UHT toegestuurd. De CvW heeft
    geadviseerd dat met betrekking tot het toeslagjaar 2018 geen sprake is geweest
    van institutionele vooringenomenheid of hardheid.
  • Bij beschikking van 12 december 2022 met kenmerk UHT-DCHA heeft UHT aan
    belanghebbende medegedeeld dat zij geen recht heeft op compensatie voor het
    toeslagjaar 2018.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 10 januari 2023 tegen deze beschikking een
    bezwaarschrift ingediend.
  • UHT heeft op 21 november 2023 schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
  • Op 20 juni 2024 heeft de Commissie het bezwaar van belanghebbende behandeld
    op een hoorzitting in aanwezigheid van partijen. Een verslag hiervan is achter dit
    advies gevoegd.
  • Op 3 juli 2024 heeft UHT een aanvullende beschouwing ingediend naar aanleiding
    van de hoorzitting.
  • Op 4 juli 2024 heeft gemachtigde een aanvullende reactie toegestuurd.
  • Op 10 juli 2024 heeft UHT nogmaals een aanvullende beschouwing ingediend.
  • De Commissie heeft het bezwaar behandeld en het hierna volgende advies uitgebracht.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Motiverings- en vertrouwensbeginsel
De Commissie kan UHT volgen in het ingenomen standpunt ten aanzien van de
motivering van het besluit en de zorgvuldigheid van het hieraan ten grondslag liggende onderzoek. De Commissie is van oordeel dat UHT door middel van het indienen van het schriftelijke verweer, een uitgebreide uitleg met behulp van overzichten van het Landelijk Incassocentrum (LIC), wijzigingsmeldingen, telefoon- en behandelnotities, voorschotbeschikkingen en overige producties het bestreden besluit voldoende inzichtelijk heeft gemaakt.

Belanghebbende verwijst naar informatie op de website van UHT omtrent de aanvraag
van compensatie en de voorwaarden hiervoor en stelt dat zij op grond van deze
informatie erop mocht vertrouwen dat zij in aanmerking kwam voor compensatie. De
Commissie is van oordeel dat op de UHT-website niet de toezegging is te lezen dat bij
de integrale beoordeling van het verzoek voor herstel met toepassing van de
herstelregelingen zal worden aangenomen dat belanghebbende (in beginsel) in
aanmerking komt voor toekenning van een compensatie op de voet van die
herstelregelingen. Juist bij de integrale beoordeling kan immers informatie naar boven
komen die maakt dat de uitkomst, in negatieve zin, afwijkt van de informatie op de
website. Dat betekent dat het beroep van belanghebbende op door de website gewekt
vertrouwen faalt.

Vooringenomen handelen en/of hardheid van het stelsel
Belanghebbende stelt dat door fouten van de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T)
sprake is van vooringenomen handelen dan wel onevenredig harde gevolgen met
betrekking tot toeslagjaar 2018. De Commissie overweegt als volgt.

In de nadere aanvullende beschouwing van 10 juli 2024 heeft UHT haar eerder
ingenomen standpunt dat belanghebbende over 2018 niet voor compensatie in
aanmerking komt verlaten en gesteld dat in het geval van belanghebbende toch sprake
is geweest van vooringenomen handelen en dat belanghebbende in aanmerking komt
voor compensatie op grond van de Wht. UHT stelt, met verwijzing naar het UHT
Handboek Vaktechniek, dat het herstel langer heeft geduurd dan de in dat handboek
genoemde termijn van zes weken. De Commissie volgt UHT in dit standpunt en
adviseert daarom om het bezwaar op dit punt gegrond te verklaren.

Proceskostenvergoeding
Gemachtigde heeft een verzoek gedaan tot vergoeding van de door belanghebbende
gemaakte kosten voor rechtsbijstand. Omdat het bezwaar gegrond is en leidt tot
herroeping van het bestreden besluit, komt belanghebbende op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Awb in aanmerking voor de toekenning van een
proceskostenvergoeding. De Commissie adviseert UHT om dit punt op te nemen in haar besluit op bezwaar.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie om de bezwaren gegrond te
verklaren, het bestreden besluit te herroepen, belanghebbende alsnog compensatie toe te kennen over het toeslagjaar 2018 en het verzoek om proceskostenvergoeding toe te wijzen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter