BAC 2022-11245
Publicatiedatum 10-06-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 17 november 2022 kenmerken UHT-DC-I A, UHT-DC I en UHT-DH5 A en 2 oktober 2023 kenmerk UHT-DCHOA
Hoorzitting: 17 mei 2024
Overdracht advies aan UHT: 17 juli 2024
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om de bezwaren deels gegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift d.d. 14 december 2022 is gericht tegen de door UHT genomen beschikkingen d.d. 17 november 2022 met kenmerken UHT-DC-I A en UHT-DH5 A, waarin het verzoek van belanghebbende tot toekenning van compensatie of een tegemoetkoming wegens hardheid voor de jaren 2008, 2009 (juli-augustus), 2010 (november – december) en 2011 is afgewezen, en tegen de beschikking d.d. 17 november 2022 met kenmerk UHT- DC I waarin voor de toeslagjaren 2005, 2009 (januari-juni, september-december) en 2010 (januari-oktober) aan haar een compensatie van € 64.037,- is verleend.
Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift d.d. 3 oktober 2023 is gericht tegen de door UHT genomen beschikking d.d. 2 oktober 2023 met kenmerk UHT-DCHOA, waarin aan belanghebbende is meegedeeld dat zij niet in aanmerking komt voor toepassing van een herstelregeling met betrekking tot de toeslagjaren 2006 en 2007.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft op 23 februari 2021 verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: kot).
- Bij beschikking van 17 november 2022 met kenmerk UHT-DC I heeft UHT aan belanghebbende voor de toeslagjaren 2005, 2009 (de maanden januari tot en met juni en september tot en met december) en 2010 (de maanden januari tot en met oktober) een compensatie toegekend van € 64.037,-.
- Bij beschikkingen van 17 november 2022 met kenmerken UHT-DC I A en UHT-DH5 A heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat zij niet in aanmerking komt voor compensatie of toepassing van de hardheidsregeling over de jaren 2008, 2009 (de maanden juli tot en met augustus), 2010 (de maanden november en december) en 2011.
- Gemachtigde heeft bij brief van 14 december 2022, ontvangen op 14 december 2022, namens belanghebbende tegen de drie hiervoor genoemde beschikkingen een bezwaarschrift ingediend.
- Op 19 augustus 2023 heeft UHT schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
- Op 28 augustus 2023 heeft gemachtigde een aanvullend bezwaarschrift ingediend.
- Bij beschikking van 2 oktober 2023 met kenmerk UHT-DCHOA heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat zij niet in aanmerking komt voor toepassing van een herstelregeling over de jaren 2006 en 2007.
- Gemachtigde heeft bij brief van 3 oktober 2023, ontvangen op 3 oktober 2023 tegen deze beschikking een bezwaarschrift ingediend.
- UHT heeft in een tweede schriftelijke reactie d.d. 28 november 2023 schriftelijk gereageerd op beide bezwaarschriften.
- Bij e-mail van 14 mei 2024 heeft gemachtigde aanvullende gronden ingediend.
- Op 16 mei 2024 heeft UHT een aanvullende schriftelijke reactie ingediend met drie producties.
- Bij e-mail van 17 mei 2024 heeft gemachtigde nader gereageerd.
- Op 17 mei 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is een verslag gemaakt, dat achter het advies is gevoegd.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat de bezwaarschriften ontvankelijk zijn.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Ontbreken volledig dossier
Belanghebbende heeft aangevoerd dat het dossier zou moeten voldoen aan een lijst van 35 punten zoals die is gepresenteerd door UHT tijdens een kennisbijeenkomst met UHT en advocaten op 15 september 2023. De Commissie overweegt hierover als volgt.
De hersteloperatie is bedoeld om belanghebbenden financieel te compenseren voor het leed dat hun is aangedaan en te proberen het vertrouwen in de overheid te herstellen. In de ogen van de Commissie worden deze belangen het beste gediend als een belanghebbende vroegtijdig inzicht krijgt in alle informatie die omtrent haar situatie aanwezig is. Daarom staat de Commissie positief tegenover het initiatief van UHT om belanghebbenden van een meer uitgebreid dossier te voorzien. Een zodanig dossier ontbreekt hier.
Dat betekent echter niet dat daarom in de onderhavige zaak geconcludeerd moet worden dat het hier verstrekte bezwaardossier onvolledig is. Op grond van artikel 7:4 lid 2 Awb heeft een belanghebbende voorafgaand aan de hoorzitting bij de Commissie recht op afschriften van de op de zaak betrekking hebbende stukken. Gemachtigde heeft deze stukken ontvangen. Hierdoor hebben gemachtigde en belanghebbende kennis kunnen nemen van de stukken die ten grondslag liggen aan de bestreden besluiten en gelegenheid gehad om daarop te reageren. De Commissie ziet geen aanknopingspunten om aan te nemen dat in het beschikbaar gestelde dossier stukken zouden ontbreken die van belang zouden kunnen zijn geweest bij het door UHT genomen besluit. De Commissie acht het bezwaar daarom op dit onderdeel ongegrond.
Herbeoordeling 2006 en 2007
Aanvankelijk is herbeoordeling van de jaren 2006 en 2007 achterwege gebleven. In de schriftelijke reactie van 19 augustus 2023 heeft UHT zich op het standpunt gesteld dat voldoende duidelijk was dat het verzoek om herbeoordeling ook de jaren 2006 en 2007 omvatte en dat om die reden het bezwaarschrift van 14 december 2022 tegen de beschikkingen van 17 november 2022 in zoverre gegrond is.
Daarna heeft de herbeoordeling alsnog plaatsgevonden. UHT heeft in de geraadpleegde systemen geen aanwijzingen gevonden dat in de jaren 2006 en/of 2007 kot is aangevraagd of kinderopvang is afgenomen. Belanghebbende heeft geen, althans onvoldoende, feiten of omstandigheden naar voren gebracht die aannemelijk maken dat zij in deze jaren wel kot heeft aangevraagd of kinderopvang heeft afgenomen. UHT heeft dan ook kunnen concluderen dat belanghebbende voor de jaren 2006 en 2007 geen kot heeft aangevraagd en geen geregistreerde opvang heeft afgenomen. Ingevolge artikel 2.1, lid 1, Wht wordt compensatie toegekend aan de aanvrager van kot. Belanghebbende voldoet niet aan dit vereiste. Daarom komt belanghebbende voor deze periode niet voor compensatie op grond van een herstelmaatregel in aanmerking. De Commissie adviseert UHT daarom om het bezwaarschrift van 3 oktober 2023 van belanghebbende tegen de beschikking van 2 oktober 2023 ongegrond te verklaren.
Compensatieberekening 2005
In dit jaar is de kot eerst neerwaarts gecorrigeerd van € 6.501,- naar € 4.308,- en later op nihil gesteld. UHT heeft toegelicht dat zij ervan uit gaat dat de nihilstelling heeft plaatsgevonden op basis van veronderstelde non-response en die nihilstelling daarom als vooringenomen wordt beschouwd. Wat betreft de eerste neerwaartse correctie heeft UHT aan de hand van het dossier toegelicht dat het zeer waarschijnlijk is dat deze correctie heeft plaats gevonden op basis van door belanghebbende zelf doorgegeven gegevens. De Commissie vindt deze uitleg begrijpelijk en overweegt dat niet, althans onvoldoende aannemelijk is geworden dat bij de eerste correctie sprake is geweest van vooringenomen handelen. UHT heeft dan ook terecht component a van de compensatieberekening op € 4.308,- bepaald.
De Commissie overweegt voorts dat partijen het erover eens zijn dat onder component f ten onrechte het bedrag van € 4.308,- in mindering is gebracht. De Commissie adviseert UHT dan ook om de compensatieberekening op dit punt overeenkomstig haar eigen standpunt aan te passen in de beslissing op bezwaar. Dit bezwaaronderdeel is gegrond.
Rente over gemiste kot, component o
UHT heeft in haar schriftelijke reactie van 28 november 2023 gesteld dat de in de primaire beschikking van 17 november 2022 met kenmerk UHT-DC I opgenomen bedragen onder component o niet juist zijn en heeft meegedeeld dat de bestreden beschikking op dit onderdeel herzien zal worden en dat bij de beslissing op bezwaar de juiste, hogere rentevergoeding toegekend zal worden. De renteberekening is in de nadere reactie van UHT van 16 mei 2024 nader toegelicht. Gemachtigde heeft ter zitting meegedeeld dat hij instemt met de aangepaste berekening. De Commissie adviseert UHT dan ook om de beschikking met kenmerk UHT-DC I te herroepen en om overeenkomstig haar eigen standpunt de vergoeding voor rente over gemiste kot aan te passen in de beslissing op bezwaar. Dit bezwaaronderdeel is gegrond.
Periode immateriële schadevergoeding en vaste vergoeding 1 %
Nu de bezwaren leiden tot herroeping van het bestreden besluit met kenmerk UHT-DC I, dient overeenkomstig vast, begunstigend beleid van UHT de einddatum van de periode waarover de vergoeding voor immateriële schade wordt berekend te worden bepaald op de datum van de beslissing op bezwaar en dient ook de vaste vergoeding van 1% te worden aangepast.
Proceskosten
Nu de beschikking met kenmerk UHT-DC I naar de mening van de Commissie dient te worden herroepen, adviseert de Commissie om het verzoek voor vergoeding van de kosten van rechtsbijstand voor het bezwaarschrift gericht tegen deze beschikking toe te wijzen. Op grond van het Besluit proceskosten heeft belanghebbende recht op een forfaitaire vergoeding op basis van 2 procespunten (bezwaarschrift en verschijnen hoorzitting) met een wegingsfactor 2. Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.
Conclusie
De Commissie concludeert dat het bezwaar gegrond is ten aanzien van het ontbreken van de herbeoordeling van 2006 en 2007 in de beschikkingen van 17 november 2022, ten aanzien van de compensatieberekening 2005 en ten aanzien van de renteberekening, dat de bezwaren voor het overige ongegrond is en adviseert UHT om:
- het bezwaarschrift d.d. 14 december 2022 deels gegrond te verklaren en het primaire besluit met kenmerk UHT-DC I d.d. 17 november 2022 te herroepen ten aanzien van component f van de compensatieberekening over 2005 en ten aanzien van de renteberekening over de jaren 2005, 2009 en 2010, met aanpassing van de vaste vergoeding van 1%;
- Als einddatum van de periode waarover vergoeding van immateriële schade wordt berekend, de datum van de beslissing op bezwaar te hanteren;
- een vergoeding voor proceskosten toe te kennen van 2 punten met een wegingsfactor 2 tegen het hoogst geldende tarief;
- de bezwaren voor het overige ongegrond te verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter