BAC 2022-06812
Publicatiedatum 23-05-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende
Primair besluit: 22 maart 2022 met kenmerk UHT CHR GU
Ontvangst bezwaarschrift: 2 mei 2022
Overdracht advies aan UHT: 29 november 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar ongegrond te verklaren.
Onderwerp van advies
Het door gemachtigde, namens belanghebbende, ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen (afwijzende) beschikking lichte toets van 22 maart 2022 met kenmerk UHT CHR GU.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Staatscourant 2021, 14691) gewijzigd bij
Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021
(Staatscourant 2021, 28304).
Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking
getreden (Staatsblad 2022, 433). Gelet op de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de
bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft verzocht om een herbeoordeling van de Kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
- Bij brief van 22 maart 2022 heeft UHT aan belanghebbende medegedeeld dat zij op
basis van de uitgevoerde lichte toets nog geen reden ziet om aan belanghebbende
€30.000 toe te kennen en dat de integrale beoordeling nog moet worden uitgevoerd. - Belanghebbende heeft bij brief, ingekomen op 2 mei 2022, bezwaar gemaakt tegen
deze beschikking. Op 16 mei 2022 heeft UHT een ontvangstbevestiging hiervan gestuurd. - Op 20 maart 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie gegeven op de bezwaargronden van belanghebbende.
- Op 3 oktober 2023 is belanghebbende uitgenodigd voor een hoorzitting op 21
november 2023. - Op 7 november 2023 heeft de kantoorgenoot van gemachtigde namens belanghebbende aangegeven af te zien van de hoorzitting. Daarbij is tevens een verklaring van belanghebbende overgelegd.
- De verklaring van belanghebbende is doorgezonden aan UHT. Op 22 november 2023 heeft UHT per mail laten weten daarin geen aanleiding te zien om de schriftelijke reactie aan te vullen.
- De Commissie bestaande uit [fungerend voorzitter], [commissielid] en [commissielid] heeft dit advies behandeld.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
In het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet eind 2020
aanvullende maatregelen genomen met als doel ouders sneller recht te kunnen doen.
Eén van die maatregelen betreft het uitkeren van een forfaitair bedrag van € 30.000 aan alle gedupeerde ouders die een verzoek voor herstel hebben ingediend, indien het
verzoek wordt gehonoreerd.
Voor het beoordelen van de vraag of een ouder in aanmerking komt voor toekenning van het bedrag van € 30.000 is voorzien in het uitvoeren van een zogenaamde lichte toets. Na de lichte toets volgt een integrale beoordeling op grond van de Wht.
De Commissie ziet zich in deze procedure voor de vraag gesteld of UHT terecht en op
goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie of tegemoetkoming op basis van de lichte toets af te wijzen.
Gemachtigde heeft namens belanghebbende aangevoerd dat zij zich niet kan verenigen met de bestreden beschikking. Belanghebbende en haar partner zouden destijds contact hebben opgenomen met Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T) omtrent de aanvraag van KOT. B/T zou hebben aangegeven dat de partner van belanghebbende geen recht had op KOT. In het geval van belanghebbende zou zijn opgemerkt dat zij geen aanspraak had op KOT in verband met andere lopende belastingschulden. Sinds 2018 ontvangt belanghebbende wel KOT. Desondanks was de impact van het verleden al onomkeerbaar.
UHT stelt zich op het standpunt dat het bezwaar ongegrond is. Zij heeft in de schriftelijke reactie de wijzigingen in de KOT voor de toeslagjaren 2018 en 2019 toegelicht. In 2018 en 2019 zouden er geen neerwaartse bijstellingen hebben plaatsgevonden. Naar aanleiding van de op 7 november 2023 ontvangen aanvullende verklaring van belanghebbende, heeft UHT aangegeven dat deze geen aanleiding geeft tot wijziging van het eerder ingenomen standpunt.
De Commissie concludeert na bestudering van de stukken dat UHT in voldoende mate
heeft onderzocht of belanghebbende als gedupeerde kan worden aangemerkt. Dat zij dat onderzoek heeft beperkt tot de jaren 2018 en 2019, doet daar niet aan af. De op 7
november 2023 aangedragen bezwaargrond gaat namelijk het behandelkader van de eerste toets te buiten. Die kwestie dient tijdens de integrale beoordeling nader te worden onderzocht.
UHT is, aldus de Commissie, op goede gronden tot haar besluit is gekomen. Het
vorenstaande brengt mee dat de Commissie UHT zal adviseren het bezwaar ongegrond te verklaren.
Voor zover een grondiger bestudering tijdens de integrale beoordeling tot de conclusie
leidt dat belanghebbende toch als gedupeerde kan worden aangemerkt, dan kan alsnog worden overgegaan tot compensatie.
Conclusie
Samenvattend is de Commissie van oordeel dat UHT blijkens alle ter zake overgelegde
stukken een voldoende zorgvuldig onderzoek heeft uitgevoerd in het kader van de lichte toets en adviseert de Commissie UHT om:
- het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking in stand
te laten.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter