Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-11003

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 20 augustus 2021 (UHT-DC I)

Hoorzitting: 7 juni 2024

Overdracht advies aan UHT: -

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren, de bestreden beschikking te
herroepen en een proceskostenvergoeding toe te kennen.

Onderwerp van advies

Het door [gemachtigde] (hierna: gemachtigde) namens belanghebbende ingediende
bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen definitieve beschikking
compensatie kinderopvangtoeslag.

Aan belanghebbende is na een herbeoordeling van de toeslagjaren 2007, 2008 en 2009 en met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) compensatie toegekend voor een bedrag van € 36.552.

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in de artikelen 8.6 en 9.2 Wht moet de bestreden beschikking geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft op 24 december 2020 verzocht om een herbeoordeling van
    de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de jaren 2007, 2008 en 2009.
  • UHT heeft bij beschikking van 20 januari 2021 een bedrag van € 2.500 toegekend
    in verband met acute nood.
  • UHT heeft bij beschikking van 16 maart 2021 aan belanghebbende medegedeeld
    dat zij wel in aanmerking komt voor een betaling van € 30.000. Omdat belanghebbende reeds een bedrag van € 2.500 toegekend had gekregen, werd een bedrag van € 27.500 op haar rekening overgemaakt.
  • De Commissie van Wijzen (hierna: CvW) heeft haar beoordeling van het verzoek
    van belanghebbende op 28 mei 2021 aan UHT toegestuurd. De CvW heeft
    geadviseerd dat gedurende het jaar 2009 geen sprake is geweest van
    institutionele vooringenomenheid of bijzondere omstandigheden.
  • UHT heeft bij de bestreden beschikking aan belanghebbende een compensatie
    toegekend voor een bedrag van € 36.552.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 29 september 2021 tegen deze beschikking een
    bezwaarschrift ingediend. Op 5 oktober 2022 heeft gemachtigde dit bezwaarschrift
    nogmaals ingediend.
  • Gemachtigde heeft bij brief van 14 maart 2023 het bezwaarschrift aangevuld.
  • UHT heeft op 13 november 2023 schriftelijk gereageerd op het bezwaarschrift.
  • Op 7 juni 2024 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Van de hoorzitting is een
    verslag gemaakt, dat achter het advies is gevoegd.
  • UHT heeft, daartoe door de Commissie ter zitting in de gelegenheid gesteld, op
    22 juli 2024 een nadere schriftelijke reactie ingediend.
  • De gemachtigde van belanghebbende heeft daar op 10 september 2024 op
    gereageerd.
  • Dit advies wordt uitgebracht door [commissieleden].

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Herbeoordeling toeslagjaar 2006
Gemachtigde stelt zich op het standpunt dat het toeslagjaar 2006 ten onrechte niet is
meegenomen in de herbeoordeling.

De Commissie stelt op grond van de stukken vast dat het verzoek om herbeoordeling van belanghebbende alleen zag op de toeslagjaren 2007 tot en met 2009. In dat licht kan niet worden geconcludeerd dat UHT ten onrechte heeft nagelaten het toeslagjaar 2006 in de herbeoordeling te betrekken en dat om die reden de bestreden beschikking moet worden herroepen. Nu het oorspronkelijke verzoek en de bestreden beschikking de omvang van de onderhavige bezwaarprocedure bepalen, ziet de Commissie geen
mogelijkheden om dit toeslagjaar (alsnog) in haar advisering te betrekken. De
Commissie heeft goede nota genomen van de ter zitting gedane toezegging van UHT om dit toeslagjaar alsnog als aanvullend verzoek in herbeoordeling te nemen. De Commissie heeft er niet aan voorbij gezien dat UHT bij de aanvullende beschouwing, overwegende dat niet aannemelijk zou zijn geworden dat belanghebbende voor het jaar 2006 een aanvraag KOT zou hebben gedaan of toegekend zou hebben gekregen, alsnog het standpunt heeft ingenomen dat, kortweg, een integrale beoordeling van toeslagjaar 2006 op basis van deze conclusie niet aan de orde is. In het licht van de stukken en hetgeen partijen in deze procedure over en weer naar voren hebben gebracht verstaat de Commissie dit als een nieuwe, primaire, afwijzende beschikking van UHT om compensatie betreffende het toeslagjaar 2006, toe te kennen. Daartegen kan belanghebbende, zo gewenst, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaar is op dit
onderdeel ongegrond.

O/GS kwalificatie
Gemachtigde stelt dat in feite ook in het toeslagjaar 2009 sprake is geweest van een
kwalificatie O/GS; belanghebbende is immers ten onrechte een betalingsregeling
geweigerd.

De Commissie overweegt dat uit productie 44 van het dossier voldoende duidelijk wordt dat er in het jaar 2009 geen sprake is geweest van een O/GS kwalificatie. Daarnaast is niet aannemelijk geworden dat de Belastingdienst/Toeslagen een verzoek om een betalingsregeling van belanghebbende heeft afgewezen. De Commissie adviseert dit bezwaar dan ook ongegrond te verklaren.

Rentevergoeding gemiste KOT
Ambtshalve stelt UHT dat de bedragen onder component o (rentevergoeding voor
gemiste KOT) van de compensatieberekening onjuist zijn vastgesteld. De vergoeding had berekend moeten worden tot 20 augustus 2021 (datum compensatiebesluit). Dit levert voor het toeslagjaar 2007 een bedrag van € 2.403 op en voor het toeslagjaar 2008 een bedrag van € 6.589. Dit verschil zal in de beslissing op bezwaar gecorrigeerd worden. De Commissie adviseert UHT, in lijn met haar toezeggingen op dit punt, bij de beslissing op bezwaar als zodanig te beslissen.

UHT stelt voorts dat, aangezien component o in de compensatieberekening zal worden aangepast, het besluit zal worden herroepen zodat de immateriële schadevergoeding (component n) berekend dient te worden tot de datum van de beslissing op bezwaar waardoor ook de aanvullende vergoeding (1% van het subtotaal) aangepast dient te worden. De Commissie adviseert hieraan in de beslissing op bezwaar evenzeer uitvoering te geven.

Hardheidscompensatie toeslagjaar 2009
In de nadere beschouwing van 22 juli 2024 heeft UHT zich, onder aanvoering van de
daartoe leidende overwegingen, op het standpunt gesteld dat belanghebbende voor
toeslagjaar 2009 in aanmerking komt voor compensatie op grond van de
hardheidsregeling. De Commissie adviseert UHT bij de beslissing op bezwaar, in lijn met deze toezegging, te beslissen en de bestreden beschikking dienovereenkomstig te
herroepen. Het op dit punt opgeworpen bezwaar is dan ook gegrond.

Proceskostenvergoeding
Nu de Commissie adviseert de bestreden beschikking gedeeltelijk te herroepen wordt
tevens geadviseerd de kosten van rechtsbijstand in deze procedure te vergoeden. Op
grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht heeft belanghebbende recht op een
forfaitaire vergoeding op basis van twee procespunten (bezwaarschrift en bijwonen hoorzitting). Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste
vergoeding toe te kennen (wegingsfactor 2).

Conclusie

Samengevat adviseert de Commissie om:

  • het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestreden beschikking te
    herroepen; en daarbij
  • de rentevergoeding voor gemiste KOT vast te stellen zoals omschreven in de
    schriftelijke reactie van UHT;
  • de vergoeding voor immateriële schade te berekenen tot de datum van de
    beslissing op bezwaar;
  • de aanvullende vergoeding van 1% van het subtotaal van het compensatiebedrag
    aan te passen;
  • op grond van hardheid van het stelsel alsnog compensatie toe te kennen over het
    toeslagjaar 2009;
  • een proceskosten vergoeding toe te kennen zoals in dit advies omschreven.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter