BAC 2021-03029
Publicatiedatum 20-05-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende
Primair besluit: 12 augustus 2021 met kenmerk UHT-DC-I A
Ontvangst bezwaarschrift: 4 oktober 2021
Hoorzitting: 21 juli 2021
Overdracht advies aan UHT: 5 oktober 2022
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar in de onderhavige zaak gedeeltelijk gegrond te verklaren en gemachtigde te informeren over de wijze waarop een verzoek bij Sociale Banken Nederland (hierna: SBN) kan worden ingediend. Voorts adviseert zij UHT zich in te spannen voor de verstrekking aan belanghebbende van haar persoonlijk dossier en een proceskostenvergoeding voor de onderhavige bezwaarprocedure toe te kennen.
Onderwerp van advies
Het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift, ontvangen 4 oktober 2021, is gericht tegen de door de Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: de UHT) genomen definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag van 12 augustus 2021 (kenmerk UHT-DC-I A).
Na de herbeoordeling van de toeslagjaren 2005, 2010 en 2011 heeft UHT bepaald dat belanghebbende hiervoor geen compensatie ontvangt, omdat de Belastingdienst bij de beoordeling van de kinderopvangtoeslag voor die jaren geen fouten heeft gemaakt.
Procesverloop
- Op 18 december 2019 heeft belanghebbende verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag vanaf het jaar 2010.
- Op 16 januari 2020 heeft de UHT aan belanghebbende bevestigd dat de melding voor een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag is geregistreerd.
- Op 26 maart 2021 heeft belanghebbende verzocht om het volledig dossier kinderopvangtoeslag te ontvangen over de jaren 2005 tot en met 2011.
- Op 15 december 2020 heeft belanghebbende € 750 ontvangen vanwege de lange duur van de herbeoordeling.
- Op 25 mei 2021 heeft belanghebbende de Vooraankondiging ontvangen van de compensatie kinderopvangtoeslag ( € 65.598) over de jaren 2006 tot en met 2009.
- Op 9 augustus 2021 heeft belanghebbende een definitieve compensatiebeschikking ontvangen van € 65.901 over de jaren 2006 tot en met 2009 (kenmerk UHT-DC I).
- Bij definitieve beschikking van 12 augustus 2021 is de compensatie kinderopvangtoeslag over de jaren 2005, 2010 en 2011 afgewezen (kenmerk UHT-DC-I A).
- De Commissie van Wijzen (hierna: CvW) heeft op 22 april 2011 geoordeeld dat jegens belanghebbende over de jaren 2005, 2010 en 2011 geen sprake is van institutioneel vooringenomen handelen en dat er ook geen reden is tot een hardheidscompensatie.
- Op 4 oktober 2021 heeft belanghebbende een bezwaarschrift ingediend tegen de definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag over 2005, 2010 en 2011 van 12 augustus 2021.
- De UHT heeft op 31 mei 2022 een schriftelijke reactie ingediend.
- Op 15 juli 2022 heeft het secretariaat van de Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: Commissie) per e-mail d.d. 14 juli 2022 aanvullende gronden ontvangen van mr. S. Winter, de gemachtigde van belanghebbende. Uit voornoemde e-mail blijkt tevens dat belanghebbende haar bezwaar met betrekking tot 2005 niet handhaaft.
- Op 19 juli 2022 heeft de secretaris van de Commissie bij UHT aanvullende stukken opgevraagd, zijnde Landelijk Incasso overzichten ten aanzien van de toeslagjaren 2010 en 2010. De Commissie heeft de aanvullende stukken op voornoemde datum ontvangen.
- De Commissie heeft het bezwaar ter zitting behandeld op 22 juli 2022 in aanwezigheid van belanghebbende, de gemachtigde en de vertegenwoordigers namens de UHT.
- De beslistermijn is met instemming van de gemachtigde verlengd tot en met 3 oktober 2022.
- De gemachtigde heeft de Commissie op 23 augustus 2022 per e-mail nader geïnformeerd. Uit voornoemde e-mail van de gemachtigde is gebleken dat belanghebbende geen aanknopingspunten dan wel bewijsstukken heeft kunnen achterhalen, waaruit blijkt dat zij kinderopvang heeft genoten in 2010.
- UHT heeft op 12 september 2022 een nadere schriftelijke reactie ingediend.
- Bij brief van 22 september 2022 heeft de Commissie de reactie van de gemachtigde op de nadere schriftelijke reactie van UHT d.d. 12 september 2022 ontvangen.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaar tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Toeslagjaar 2005
De Commissie begrijpt uit het aanvullende bezwaarschrift dat belanghebbende haar bezwaar ten aanzien van het toeslagjaar 2005 niet handhaaft, zodat op deze bezwaargrond in het onderhavige advies niet nader zal worden ingegaan.
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of UHT terecht en op goede gronden is gekomen tot haar beslissing om het verzoek van belanghebbende om compensatie ten aanzien van de kinderopvangtoeslagjaren 2010 en 2011 af te wijzen.
Kinderopvangtoeslag 2010
De Commissie heeft waardering voor de pogingen van de gemachtigde om ten aanzien van de jaren 2010 en 2011 stukken die betrekking hebben op de kinderopvang(toeslag) die door belanghebbende zou zijn genoten, boven tafel te krijgen. De Commissie stelt vast dat in de brief van 23 augustus 2022 van de gemachtigde slechts enkele namen zijn vermeld van kinderopvanginstellingen, waarvan belanghebbende stelt in het jaar 2010 en 2011 gebruik te hebben gemaakt. Nadere gegevens zoals overeenkomsten tussen belanghebbende en (één of meerdere) genoemde kinderopvanginstellingen, het aantal opvanguren, het toetsingsinkomen, ontbreken. Naar het oordeel van de Commissie zijn enkel de namen van verscheidene kinderopvanginstellingen, onvoldoende om aannemelijk te maken dat belanghebbende in 2010 gebruik heeft gemaakt van de voornoemde kinderopvanginstellingen. Daarbij overweegt de Commissie dat de Belastingdienst/Toeslagen destijds de kinderopvangtoeslag 2010 op nihil heeft gesteld, nadat Kinderopvang '' heeft doorgegeven dat de kinderen van belanghebbende niet bekend waren bij de desbetreffende kinderopvang en daar nooit opvang hebben genoten. Dit is ter zitting door belanghebbende bevestigd en verhelderd. Derhalve kan de Commissie niet anders dan concluderen dat UHT op goede gronden tot de beslissing is gekomen om compensatie voor het toeslagjaar 2010 af te wijzen, nu geen recht bestond op kinderopvangtoeslag.
Kinderopvangtoeslag 2011
De Commissie constateert dat uit het procesdossier blijkt, en ook niet is bestreden door UHT, dat belanghebbende tussen 1 augustus 2011 en 15 december 2011 kinderopvang heeft genoten bij de kinderopvanginstelling. Belanghebbende heeft echter de kosten voor deze kinderopvang niet voldaan. UHT stelt zich op het standpunt dat belanghebbende over 2011 geen recht heeft op compensatie omdat, nu belanghebbende de opvangkosten destijds niet heeft betaald, er sprake is van evident geen recht op kinderopvangtoeslag.
De gemachtigde heeft aangegeven dat belanghebbende de opvangkosten voor 2011 niet heeft betaald, omdat zij geen kinderopvangtoeslag ontving. Die werd verrekend met openstaande vorderingen, waaronder de kinderopvangtoeslag 2007. Hoewel op grond van de wet dergelijke verrekeningen door de Belastingdienst zijn toegestaan, kunnen deze volgens de gemachtigde wel financiële noodsituaties in de hand werken.
Uit het Landelijk Incasso Overzicht 2011 blijkt dat de kinderopvangtoeslag 2011 in de voornoemde periode werd verrekend -onder meer- met de kinderopvangtoeslag voor 2007, een toeslagjaar waarin volgens zowel de gemachtigde als UHT institutioneel vooringenomen is gehandeld en waarvoor belanghebbende inmiddels een compensatie heeft ontvangen. Belanghebbende heeft overigens ook voor de toeslagjaren 2006, 2008 en 2009 een compensatie ontvangen. De Commissie acht het derhalve aannemelijk dat belanghebbende als gevolg van de genoemde terugvorderingen financieel in de problemen is gekomen en zodoende niet in staat was de kinderopvang te betalen.
Voorts overweegt de Commissie dat de kinderopvangtoeslag 2011 meermaals op nihil is gesteld naar aanleiding van een kliksignaal. Op verzoek van de Commissie heeft UHT in de aanvullende schriftelijke reactie d.d. 12 september 2022, toegelicht wat een kliksignaal inhoudt, zijnde signalen die de Belastingdienst/Toeslagen heeft ontvangen van derden. Van wie of van welke instanties deze informatie destijds kwam en wat met de verwijzing naar een kliksignaal werd bedoeld, blijkt niet uit het dossier en is volgens UHT niet te achterhalen. De Commissie merkt op dat uit het dossier evenmin blijkt dat de Belastingdienst/Toeslagen naar aanleiding van een kliksignaal op enigerlei wijze navraag heeft gedaan bij belanghebbende. De Belastingdienst/Toeslagen heeft belanghebbende ook niet de mogelijkheid geboden om te reageren op het voornemen tot een nihilbeschikking. Naar het oordeel van de Commissie heeft de Belastingdienst/Toeslagen daarmee -onder meer- het beginsel van hoor en wederhoor geschonden, en derhalve ook de beginselen van behoorlijk bestuur geschonden.
De Commissie komt daarmee tot een andersluidend oordeel dan de Commissie van Wijzen. Echter, de Commissie merkt hierbij op dat de Commissie van Wijzen in haar oordeel geen rekening heeft kunnen houden met de hierboven genoemde toelichting van UHT op het in het dossier vermelde kliksignaal en het feit dat belanghebbende niet de gelegenheid is geboden om te reageren op het voornemen tot een nihilbeschikking, omdat de Commissie van Wijzen hiermee destijds nog niet bekend was. De Commissie is daarom van oordeel dat ten aanzien van de kinderopvangtoeslag 2011 sprake is geweest van institutionele vooringenomen handelen door de Belastingdienst/Toeslagen jegens belanghebbende en de kinderopvangtoeslag 2011 ten onrechte is stopgezet.
De Commissie constateert dat het recht op kinderopvangtoeslag vervalt wanneer de eigen bijdrage voor de kinderopvang niet wordt voldaan. Daarmee vervalt echter ook het recht op compensatie op grond van de Compensatieregeling. De Commissie is uitsluitend bevoegd binnen de kaders van de wet en de Compensatieregeling te adviseren. Aan de hand van deze kaders stelt zij vast dat de Compensatieregeling ook geen ruimte biedt de openstaande schuld bij de kinderopvang te compenseren. De gemachtigde zou daarvoor een verzoek kunnen indienen bij het loket private schulden dat door Sociale Banken Nederland (hierna: SBN) is ingericht en recent is geopend. De Commissie adviseert UHT de gemachtigde te informeren over de wijze waarop dit verzoek kan worden ingediend.
Persoonlijk dossier
De Commissie merkt op dat belanghebbende buitengewoon lang moet wachten op haar persoonlijk dossier. In de nadere schriftelijke reactie heeft UHT aangegeven zich te hebben ingespannen om het persoonlijk dossier te verkrijgen, binnen een termijn van vier weken. Volgens de zaakbehandelaar van UHT wordt het persoonlijk dossier samengesteld door een afdeling waar de zaakbehandelaar van UHT geen invloed op heeft. De Commissie adviseert UHT met klem, zich in te spannen bij de desbetreffende afdeling om het persoonlijk dossier van belanghebbende met spoed samen te stellen en aan belanghebbende te doen toekomen.
Vergoeding kosten huidige bezwaarprocedure
Voor de proceskosten in de onderhavige procedure heeft belanghebbende, nu de Commissie het bezwaar gedeeltelijk gegrond acht, recht op een forfaitaire proceskostenvergoeding. In overeenstemming met eerdere adviezen van deze Commissie adviseert de Commissie UHT in de onderhavige procedure twee procespunten (één punt voor het indienen van het bezwaarschrift en één punt voor het verschijnen op de hoorzitting, tegen een wegingsfactor 2) toe te kennen tegen het hoogste tarief.
Conclusie
De Commissie adviseert de UHT om:
- het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren;
- het bezwaar ten aanzien van 2010 ongegrond te verklaren;
- het bezwaar ten aanzien van 2011 gedeeltelijk gegrond te verklaren;
- gemachtigde te informeren over de wijze waarop een verzoek bij SBN kan worden ingediend;
- zich in te spannen voor de verstrekking aan belanghebbende van haar persoonlijk dossier, en
- een vergoeding voor proceskosten toe te kennen van twee procespunten met elk een wegingsfactor twee tegen het hoogste tarief.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter