Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-02882, BAC 2021-02885 & BAC 2021-02888

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende

Primaire besluiten: 12 oktober 2021 met kenmerken UHT-DC_I A, UHT-DH A en UHT-DH5 A

Ontvangst bezwaarschrift: 15 november 2021

Hoorzitting: n.v.t.

Overdracht advies aan UHT: 19 juni 2024

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaar tegen de bestreden beschikkingen ongegrond te verklaren.

Onderwerp van advies

Gemachtigde heeft belanghebbende bij bezwaarschrift van 10 november 2021 bezwaar ingediend tegen de onderscheiden besluiten van 12 oktober 2021 waarbij belanghebbende is meegedeeld:

  1. dat er bij de herbeoordeling over de toeslagjaren 2015, 2016 en 2017 niet is
    gebleken van fouten en dat belanghebbende derhalve over die tijdvakken geen
    aanspraak maakt op compensatie (UHT-DC-I A);
  2. dat niet is gebleken dat de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over 2016 en 2017 te laag is vastgesteld (UHT-DH A);
  3. dat niet is gebleken dat de KOT 2015 te laag is vastgesteld (UHT-DH5 A).

Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november 2022 houdende regels ten behoeve van de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden. Gelet op het bepaalde in artikel 8.6 en 9.2 Wht worden de bestreden beschikkingen geacht te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

  • Belanghebbende heeft een verzoek gedaan voor een herbeoordeling van haar
    kinderopvangtoeslag (hierna: KOT).
  • Bij brief van 1 mei 2021 is belanghebbende meegedeeld dat zij op basis van de
    eerste toets (vooralsnog) niet in aanmerking komt voor compensatie.
  • Op 15 september 2021 heeft de Commissie van Wijzen (hierna: CvW) advies
    uitgebracht. De CvW heeft overwogen, kort gezegd, dat niet is gebleken van
    institutioneel vooringenomen handelen voor de jaren 2015 tot en met 2017 noch dat er reden is voor toepassing van de hardheidscompensatie.
  • UHT heeft het advies van de CvW overgenomen en beschikt conform. Bij brieven 12
    oktober 2021 zijn bovenstaande beschikkingen genomen.
  • Bij bezwaarschrift van 10 november 2021 heeft gemachtigde bezwaar gemaakt
    tegen voornoemde beschikkingen.
  • Bij brief van 27 juli 2022 heeft gemachtigde de gronden van bezwaar aangevuld.
  • Op 19 juni 2023 heeft UHT een schriftelijke reactie ingediend.
  • Op verzoek van gemachtigde heeft de Commissie besloten om de zaak op de stukken af te doen.
  • De Commissie heeft dit advies behandeld.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Gelet op de samenhang die bestaat tussen de bestreden beschikkingen, zal de
Commissie deze gevoegd behandelen.


De Commissie ziet zich voor de vragen gesteld of terecht en op goede gronden is
besloten dat belanghebbende geen aanspraak maakt op compensatie wegens
vooringenomen handelen door B/T of hardheid van de toepassing van het systeem voor de toeslagjaren 2015, 2016 en 2017 en of de KOT over de jaren niet te laag is
vastgesteld.


Motivering van de beschikkingen
Voor zover UHT de bestreden beschikkingen niet voldoende zou hebben toegelicht, zijn naar het oordeel van de commissie door middel van het indienen van het schriftelijke verweer en de overige producties, de bestreden beschikkingen (alsnog) voldoende onderbouwd. Gelet hierop adviseert de Commissie dit onderdeel van het bezwaar ongegrond te verklaren.


Geen oudergesprek
Belanghebbende heeft gesteld dat er ten onrechte geen oudergesprek heeft
plaatsgevonden. De Commissie stelt vast dat de klacht gegrond is verklaard en dat er
excuus is aangeboden. De Commissie overweegt voorts dat, hoewel dit inderdaad niet de aangewezen gang van zaken is, belanghebbende in het kader van de bezwaarprocedure de gelegenheid heeft gekregen haar bezwaren toe te lichten en te onderbouwen. Omdat verder niet is aangegeven welk nadeel belanghebbende door het nalaten van het oudergesprek heeft gehad, laat de Commissie dit bezwaar verder buiten beschouwing. De Commissie adviseert UHT daarom om dit onderdeel van het bezwaar ongegrond te verklaren. Dat belanghebbende geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om haar bezwaar in een hoorzitting toe te lichten, maakt het voorgaande niet anders.


Vooringenomen handelen en hardheid
De Commissie overweegt dat indien bij de uitvoering van de KOT sprake is geweest van institutionele vooringenomenheid of van onbillijkheden van overwegende aard die voortkomen uit de hardheid van de toepassing van het wettelijk systeem, aanspraak kan worden gemaakt op compensatie.


Met de herzieningen met betrekking tot toeslagjaren 2015, 2016 en 2017 heeft
Belastingdienst/Toeslagen de KOT in lijn gebracht met de door belanghebbende zelf
verstrekte gegevens over haar inkomenssituatie en op basis van de
kinderopvanggegevens. Hetzelfde geldt voor de definitieve vaststellingen van de
toeslagen.
Voor toeslagjaar 2015 heeft een verlaging van de KOT plaatsgevonden, omdat het
gezamenlijk inkomen is gestegen van € 27.469 naar € 43.563.
Voor toeslagjaar 2016 heeft een verlaging van de KOT plaatsgevonden vanwege een
stijging van het gezamenlijk inkomen van € 32.211 naar € 54.547.
Voor toeslagjaar 2017 heeft een verlaging van de KOT plaatsgevonden, omdat
belanghebbende zelf haar KOT heeft stopgezet per 1 juli 2017.
De juistheid van de definitief vastgestelde bedragen is onvoldoende gemotiveerd
bestreden en staat daarmee vast.


De handelwijze van UHT geeft geen blijk van institutionele vooringenomenheid. Daarvan blijkt ook niet uit de stukken. Evenmin is sprake van onbillijkheden van overwegende aard. Daarbij ligt het in de aard van een voorschot besloten, dat de werkelijke, later vast te stellen aanspraak, op een lager bedrag kan uitkomen.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie:

  • De bezwaren ongegrond te verklaren;
  • geen proceskostenvergoeding toe te kennen.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter