BAC 2022-05282
Publicatiedatum 24-04-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]
Primair besluit: 17 februari 2022 met kenmerk UHT-DC I
Hoorzitting: 15 september 2023 om 13:45 uur
Overdracht advies aan UHT: 6 oktober 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren, het bestreden besluit te herroepen, een vergoeding van de proceskosten toe te kennen, het verzoek tot herbeoordeling van de jaren 2007, 2008 en 2009 in behandeling te nemen en belanghebbende te informeren over haar rechten bij (private en publieke) schulden en ingebrekestelling.
Onderwerp van advies
Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag van 17 februari 2022.
Aan belanghebbende is met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-)zaken van 28 augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) compensatie toegekend.
Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking getreden (Stb. 2022, 433). Op grond van artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten beschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Wht, vanaf dat tijdstip geacht worden te zijn genomen op grond van afdeling 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Belanghebbende heeft op 4 november 2020 verzocht om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) over de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013.
- UHT heeft bij beschikking van 23 februari 2021 aan belanghebbende een compensatie toegekend voor een bedrag van €30.000,-.
- UHT heeft bij vooraankondiging van 16 december 2021 aan belanghebbende een compensatie toegekend voor een bedrag van €34.385,- en daartoe een nabetaling gedaan van €4.385,-.
- UHT heeft bij de bestreden beschikking aan belanghebbende een compensatie toegekend voor een bedrag van €35.050,- en daartoe een nabetaling gedaan van €665,-.
- Gemachtigde heeft bij brief van 29 maart 2022, ingekomen op 29 maart 2022, tegen deze beschikking een bezwaarschrift ingediend.
- UHT heeft op 6 september 2022 een schriftelijke reactie ingediend.
- Gemachtigde heeft bij brief van 5 september 2023 het bezwaarschrift aangevuld.
- UHT heeft op 14 september 2023 een nadere schriftelijke reactie ingediend.
- Op 15 september 2023 heeft een hoorzitting plaatsgevonden.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
De Commissie ziet zich gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT de toegekende compensatie op de juiste wijze heeft berekend.
Motivering
Belanghebbende voert aan dat zij onvoldoende inzicht heeft gekregen (gebrek aan wetenschap) in de wijze waarop de terugvorderingen van KOT in haar geval gestalte hebben gekregen, hoe en in welke mate verrekeningen hebben plaats gevonden en waarom en hoe belanghebbende vooringenomen is behandeld. Na afloop van de zitting heeft UHT aan belanghebbende de compensatieberekening verder toegelicht. Belanghebbende heeft tijdens de zitting aangegeven de Commissie uiterlijk één week na de zitting te informeren over geschilpunten die zien op terugvorderingen, verrekeningen en de compensatieberekening die niet zijn verhelderd door middel van de toelichting van UHT. Nu belanghebbende na de hoorzitting geen nieuwe geschilpunten heeft aangevoerd, concludeert de Commissie dat zij zich, behoudens een hierna te benoemen onzorgvuldigheid, kan verenigen met de bedragen in de compensatieberekening.
Voor wat betreft het door belanghebbende verzochte inzicht in de vooringenomen handelingen door de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: B/T) is de Commissie van mening dat door middel van het indienen van de schriftelijke reacties en de toelichting ter zitting, voldoende duidelijk is geworden op basis van welke handelingen vooringenomenheid is vastgesteld door UHT. De Commissie acht de bestreden beschikking voldoende onderbouwd.
Volledig persoonlijk dossier
Belanghebbende stelt verder dat zonder volledig persoonlijk dossier onduidelijkheid blijft bestaan over hoe en waarom de B/T vooringenomen heeft gehandeld. De Commissie is van mening dat voor deze bezwaarprocedure alle relevante stukken aan belanghebbende zijn toegestuurd. Zij wijst in dat verband op de artikelen 7:4 Algemene wet bestuursrecht. Aan de vereisten die in dat artikel worden gesteld is hier voldaan; het niet voorhanden zijn van een volledig persoonlijk dossier vormt geen schending van dat artikel. Het door belanghebbende op dit punt opgeworpen bezwaar is dan ook ongegrond.
Renteberekening
UHT heeft ter zitting aangegeven dat er bij de berekening van de rente over gemiste KOT een onjuiste einddatum is gehanteerd (4 februari 2022 in plaats van 17 februari 2022) en dat dit zal worden aangepast. De Commissie ziet, uitgaande van het in de Wht neergelegde systeem en gelet op hetgeen partijen op dit punt over en weer hebben gesteld, geen aanleiding om de juistheid van deze door UHT voorgestelde wijziging in twijfel te trekken. De Commissie adviseert UHT de renteberekening en de 1% vergoeding in de compensatieberekening aan te passen in de beslissing op bezwaar en de aangevallen beschikking in zoverre te herroepen. De Commissie heeft geconstateerd dat UHT, indien de compensatieberekening naar aanleiding van het bezwaar moet worden aangepast, bij de berekening van de vergoeding voor immateriële schade, in afwijking van de Wht, als einddatum zal hanteren de datum van de beslissing op het bezwaar. De Commissie geeft UHT daarom in overweging dit beleid ook in dit geval toe te passen.
Herbeoordeling jaren 2007, 2008 en 2009
Belanghebbende heeft in onderhavige bezwaarprocedure verzocht om een herbeoordeling van de jaren 2007 t/m 2009. De Commissie adviseert UHT, zoals ter zitting toegezegd, het herbeoordelingsverzoek namens belanghebbende in te dienen bij de juiste afdeling. De Commissie kan over deze jaren pas een advies uitbrengen, als UHT na de herbeoordeling van deze jaren een voor bezwaar vatbaar besluit heeft genomen. Indien deze herbeoordeling niet leidt tot een voor belanghebbende bevredigend besluit, dan kan zij, indien zij dat wenst, tegen die beschikking een bezwaarschrift indienen, waarna de Commissie daarover een advies zal uitbrengen.
Schuldenregeling
Belanghebbende stelt verder dat zij met de compensatie haar schulden heeft afbetaald en dat deze bedragen moeten worden meegenomen in het compensatiebedrag. Deze bezwaarschriftprocedure heeft alleen betrekking op de toekenning van de standaard vergoedingen en niet op de vergoeding van schulden. De Commissie adviseert UHT om belanghebbende te informeren over de kwijtscheldingsregeling voor publieke schulden en het loket private schulden.
Dwangsom
Belanghebbende voert verder aan dat zij recht heeft op een dwangsom in verband met een ingebrekestelling. Ingevolge artikel 3 Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie herstel toeslagen is de Commissie bevoegd om advies uit te brengen aan UHT over bezwaren tegen beschikkingen die gegeven zijn op grond van de artikelen 2.1, 2.4 tot en met 2.9 en 3.1 van de Wht. De Commissie is niet bevoegd te adviseren over het recht op een dwangsom bij het te laat beslissen op bezwaar. De Commissie adviseert UHT belanghebbende te informeren over haar rechten bij ingebrekestelling.
Proceskostenvergoeding
Nu zal worden geadviseerd de bestreden beschikking te herroepen, adviseert de Commissie om het verzoek voor vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure toe te wijzen. Op grond van het Besluit proceskosten heeft belanghebbende recht op een forfaitaire vergoeding op basis van 2 procespunten (bezwaarschrift en verschijnen hoorzitting) met een wegingsfactor 2. Net als in eerdere
zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.
Conclusie
Samengevat adviseert de Commissie, de hiervoor geformuleerde vraag ontkennend beantwoordend, om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en om:
- de bestreden beschikking te herroepen en de bedragen bij component M (rentevergoeding over gemiste KOT), component N (aanvullende vergoeding 1%) en component L (vergoeding immateriële schade) aan te passen;
- een proceskostenvergoeding voor onderhavige procedure toe te kennen naar een mate als hiervoor aangegeven;
- het verzoek tot herbeoordeling van de jaren 2007, 2008 en 2009 in behandeling te nemen, en;
- belanghebbende te informeren over de kwijtschelding van publieke schulden, het loket private schulden en over haar rechten bij ingebrekestelling.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter