Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-01101

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: van 6 april 2021 met als kenmerk UHT-DC

Ontvangst bezwaarschrift: 7 mei 2021

Hoorzitting: 20 oktober 2023

Overdracht advies aan UHT: 4 december 2023

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaarschrift gericht tegen het besluit met kenmerk UHT-DC deels
gegrond te verklaren en een proceskostenvergoeding toe te kennen.

Onderwerp van advies

Het door gemachtigde namens belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door UHT genomen beschikking definitieve compensatie kinderopvangtoeslag (hierna: kot) van 6 april 2021 (UHT-DC).

De compensatie is aan belanghebbende toegekend omdat zij deel heeft uitgemaakt van een CAF onderzoek. Met toepassing van de Compensatieregeling CAF 11 van 28
augustus 2020 (Stcrt. 2020, nr. 45904; hierna: Compensatieregeling) is aan haar voor
de jaren 2013 tot en met 2017 een compensatie toegekend.

Op 5 november 2022 is de Wet hersteloperatie toeslagen (hierna: Wht) in werking
getreden (Stb. 2022, 433). Op grond van artikelen 8.6 en 9.2 Wht moeten beschikkingen die in het kader van de hersteloperatie toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Wht, vanaf dat tijdstip geacht worden te zijn genomen op grond van afdeling 2.1 en verder van de Wht.

Procesverloop

Bij brief van 1 februari 2021 heeft de UHT belanghebbende een vooraankondiging
van de voorlopige compensatieberekening toegezonden. Daarbij is een bedrag aan
compensatie toegekend van € 53.656,-.
Bij beschikking van 6 april 2021 is de voorlopige compensatie met € 844 ,-
aangevuld tot een definitieve compensatie van € 54.500 ,-.
Tegen de definitieve beschikking heeft gemachtigde op 7 mei 2021 een pro forma
bezwaarschrift ingediend. Dit bezwaarschrift is op 19 september 2022 aangevuld
met gronden.
UHT heeft op 18 januari 2023 een schriftelijke reactie ingediend op de bezwaren
van de belanghebbende.
Op 20 oktober 2023 heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in
aanwezigheid van partijen. Het verslag van deze hoorzitting is gevoegd bij dit
advies.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

De Commissie ziet zich ten eerste gesteld voor de beantwoording van de vraag of UHT de toegekende compensatie voor de toeslagjaren 2013, 2014 en 2015 op de juiste wijze heeft berekend. Gemachtigde heeft ter zitting aangegeven dat toeslagjaar 2017 geen punt van geschil meer is en dat hij de vermeende schade voor dit jaar zal voorleggen aan de Commissie Werkelijke Schade (CWS).

Compensatieberekening
Belanghebbende stelt, onder verwijzing naar bedragen in het SAS overzicht, dat in de
jaren 2013, 2014 en 2015 van een onjuist bedrag is uitgegaan bij de berekening van de
compensaties. De Commissie volgt belanghebbende niet in dit standpunt. De door
belanghebbende genoemde bedragen betreffen immers conceptbedragen. Het bedrag dat onder element A van de compensatieberekening moet worden gehanteerd, is blijkens de desbetreffende wettelijke regeling (artikel 2.2. onder a en artikel 2.3, eerst lid onder a Wht) het bedrag dat gelijk is aan een bedrag vanwege een beschikking tot het verminderen of niet toekennen van een kot of het beëindigen van voorschotverlening voor een kot die een direct gevolg is van institutionele vooringenomenheid of hardheid. UHT heeft de bedragen van de laatste voorschotbeschikking gebruikt. De door UHT onder A gebruikte bedragen zijn gelet daarop dan ook de juiste bedragen.

Wel heeft UHT heeft ter zitting aangegeven dat er bij de berekening van de compensatie voor toeslagjaar 2013 een fout bedrag onder componenten A en C is gehanteerd. Hier is €7.013,- opgenomen waar dit €7.375,- moet zijn. Dit zal in de beslissing op bezwaar worden aangepast. Ten gevolge van deze aanpassing heeft UHT toegezegd ook de periode van berekening van de rente van component J en de immateriële schadevergoeding onder component L te laten doorlopen tot de dagtekening van de beslissing op bezwaar. Vervolgens moet ook de aanvullende vergoeding van 1% van het totaalbedrag, component N, opnieuw berekend worden.

Besluit onvoldoende gemotiveerd, onzorgvuldig
Ten aanzien van de motivering van het besluit overweegt de Commissie dat UHT de
bestreden beslissing niet uitvoerig heeft toegelicht maar dat UHT door middel van het
indienen van de schriftelijke reactie met daarbij een uitgebreide uitleg in het invul- en
beoordelingsformulier, de beschikkingen en overige producties en de uitleg op de
hoorzitting het bestreden besluit uiteindelijk voldoende heeft onderbouwd.

Proceskostenvergoeding
Nu het bezwaarschrift deels gegrond is, en geadviseerd zal worden het bestreden besluit gedeeltelijk te herroepen dient een proceskostenvergoeding te worden toegekend op basis van 2 punten met een wegingsfactor 2 en daarbij het hoogste tarief te hanteren.

Conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie, de hiervoor geformuleerde vraag
ontkennend beantwoordend, om het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren en om:

  • De bezwaren voor het overige ongegrond te verklaren.
  • de bestreden beschikking gedeeltelijk te herroepen en voor toeslagjaar 2013 de bedragen bij component A (Uw kinderopvangtoeslag voor het onderzoek), C (Bedrag dat u eerder moest terugbetalen of niet hebt gekregen), M (rentevergoeding over gemiste KOT), component N (aanvullende vergoeding 1%) en component L (vergoeding immateriële schade) aan te passen op de door UHT ter zitting aangegeven en hierboven beschreven wijze.
  • Een vergoeding toe te kennen voor kosten van rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure op de hierboven aangegeven wijze.

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter