BAC 2021-1044
Publicatiedatum 16-04-2025
Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen
Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)
Betreft: het bezwaarschrift van belanghebbende
Primair besluit: 1 mei 2021 met kenmerk CAP/UCF/21/093 UHT
Ontvangst bezwaarschrift: 20 mei 2021
Hoorzitting: 15 juni 2023 om 13:00 uur
Overdracht advies aan UHT: 14 augustus 2023
Samenvatting
De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om
het bezwaarschrift in de onderhavige zaak niet-ontvankelijk te verklaren. Naar
aanleiding van de integrale beoordeling is inmiddels ten minste € 30.000,- aan
belanghebbende uitgekeerd. Zijn procesbelang is daarmee komen te
vervallen.
Onderwerp van advies
door (hierna: belanghebbende) ingediende bezwaarschrift, is
gericht tegen de hierboven vermelde door UHT genomen beschikking op zijn aanvraag
om toekenning van een zogenoemde Catshuisuitkering.
Deze beschikking is gebaseerd op het Besluit forfaitair bedrag en verruiming
compensatieregeling van 18 maart 2021 (Stcrt. 2021, 14691) vervangen bij Besluit
uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag van 31 mei 2021 (Stcrt. 2021, 28304).
Op 5 november 2022 is de Wet van 2 november houdende regels ten behoeve van de
Wet hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen, hierna: Wht) in werking
getreden (Stb. 2022, 433). Hiermee is de regelgeving in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag, waaronder de artikelen 49, 49b en 49c van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), de Compensatieregeling en het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag (Stcrt. 2021, nr. 28304), komen te vervallen. Op grond van artikel 9.2, eerste lid onderdeel e van de Wht werkt afdeling 2.1, voor zover relevant, terug tot en met 26 januari 2021.
Artikel 8.6 Wht bepaalt voorts dat beschikkingen, onder andere ter zake van
compensatie, aanvullende compensatie voor werkelijke schade en tegemoetkomingen in het kader van opzet/grove schuld (O/GS) die in het kader van de hersteloperatie
toeslagen zijn gegeven vóór het tijdstip van inwerkingtreding van afdeling 2.1, vanaf dat tijdstip worden aangemerkt als beschikkingen die zijn gegeven krachtens de van
toepassing zijnde artikelen van deze afdeling.
Gelet op het voorgaande moet de bestreden beschikking van 17 december 2021 geacht worden te zijn genomen op grond van artikel 2.1 en verder van de Wht.
Procesverloop
- Bij beschikking van 1 mei 2021 (CAP/UCF/21/093 UHT) heeft UHT aan belanghebbende meegedeeld dat hij (nog) geen recht heeft op een betaling van
€ 30.000.
- Bij brief gedateerd 7 mei 2021, ontvangen op 20 mei 2021, heeft belanghebbende
een bezwaarschrift ingediend tegen deze beschikking. - Op 1 november 2022 heeft UHT hier schriftelijk op gereageerd.
- Op 15 juni 2023 om 13.00 uur heeft de Commissie een hoorzitting gehouden in
aanwezigheid van partijen. Een verslag hiervan is achter dit advies gevoegd. Tijdens
de zitting heeft de voorzitter de zaak aangehouden tot dat er meer duidelijkheid is
over de uitkomst van de integrale beoordeling. - Op 6 juli 2023 heeft belanghebbende een vooraankondiging ontvangen waarin staat
dat hij naar aanleiding van de integrale beoordeling alsnog recht heeft op € 30.000. - Bij e-mailbericht van 6 juli 2023 heeft belanghebbende aangegeven dat hij zijn
bezwaar in onderhavige zaak handhaaft.
Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen
Niet in geschil is dat het bezwaarschrift ontvankelijk is.
Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit
Omdat UHT de beschikking aan belanghebbende heeft gericht, voldoet hij aan het
belanghebbende-begrip als bedoeld in artikel 1:2, van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb). Het belang waarover wordt gesproken in artikel 1:2 Awb moet echter worden
onderscheiden van het procesbelang van een belanghebbende. Het procesbelang is het belang dat iemand heeft bij de uitkomst van de procedure, wat hij met zijn bezwaar wil/kan bereiken. Als iemand belanghebbende is betekent dat dus niet meteen dat iemand ook procesbelang heeft. De Commissie is van oordeel dat belanghebbende in deze zaak geen procesbelang heeft en zal hieronder uitleggen waarom.
Volgens vaste rechtspraak1 is procesbelang het belang dat een belanghebbende heeft bij de uitkomst van een procedure. Daarbij gaat het erom of het doel dat de
belanghebbende voor ogen staat met het rechtsmiddel kan worden bereikt en voor de
belanghebbende van feitelijke betekenis is. In beginsel heeft een belanghebbende die
opkomt tegen een besluit, belang bij een beoordeling van zijn bezwaar of beroep, tenzij vast komt te staan dat ieder belang bij de procedure ontbreekt of is komen te vervallen.
Het bezwaarschrift is gericht tegen de beschikking van UHT om hem uit hoofde van de
eerste toets van artikel 2.7 lid 1 Wht voorlopig geen forfaitair bedrag ad € 30.000,- toe
te kennen. Hoewel UHT zich in haar schriftelijke reactie op het standpunt had gesteld dat geen reden bestaat om € 30.000 uit te keren, is ter zitting naar voren gekomen dat naar aanleiding van de integrale beoordeling belanghebbende alsnog in aanmerking komt voor
een herstelmaatregel als bedoeld in artikel 2.7, lid 4, onder b Wht.
Op 6 juli 2023 heeft belanghebbende een vooraankondiging ontvangen waarin staat dat hij op 11 juli 2023 een bedrag van € 30.000 ontvangt. Gelet hierop kan de onderhavige bezwaarprocedure er dan ook niet (meer) toe leiden dat een nader bedrag wordt toegekend. De Commissie ziet gezien het voorgaande aanleiding om UHT te adviseren het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk te verklaren wegens het ontbreken van procesbelang.
Met belanghebbende is de Commissie het eens dat het in zijn geval te lang heeft geduurd voor hij een juiste beslissing kreeg op zijn aanmelding als gedupeerde. Dit is voor belanghebbende extra belastend geweest. Juridisch gezien heeft dat verder geen
gevolgen omdat hij inmiddels het wettelijke compensatiebedrag heeft ontvangen.
Conclusie
Samenvattend adviseert de Commissie UHT om het bezwaarschrift gericht tegen de beschikking eerste toets van 1 mei 2021 niet-ontvankelijk te verklaren.
[handtekening]
Secretaris
[handtekening]
Fungerend voorzitter