Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2021-1011

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: 11 mei 2021 met kenmerk UHT-DC-I A

Ontvangst bezwaarschrift: 2 juni 2021

Hoorzitting: 11 mei 2022

Overdracht advies aan UHT: 12 juli 2022

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaarschrift gegrond te verklaren; zich tot het uiterste in te spannen om belanghebbende en haar echtgenoot alsnog duidelijkheid te verschaffen; een proceskostenvergoeding voor de verleende rechtsbijstand in de huidige bezwaarprocedure toe te kennen van één procespunt tegen het hoogste tarief, met een wegingsfactor twee en een proceskostenvergoeding voor de kosten van de accountant toe te kennen, begroot op een bedrag van €7.354,26.

Onderwerp van advies

Het door de belanghebbende ingediende bezwaarschrift is gericht tegen de door Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT) genomen definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvang over 2005, 2007 en 2010 van 11 mei 2021 (UHT-DC-I A).

Deze bezwaarschriftprocedure heeft alleen betrekking op de toekenning van de standaardvergoedingen volgens de Compensatieregeling en niet op de vergoeding van de werkelijke schade. Hiervoor is de procedure bij de Commissie Werkelijke Schade (hierna: CWS) bestemd.

Procesverloop

Aan belanghebbende is eerder, bij vooraankondiging van 23 april 2021, een bedrag van €48.838,- aan compensatie toegekend over de jaren 2006, 2008, 2009, 2011, 2012 en 2013 omdat de Belastingdienst/Toeslagen fouten heeft gemaakt bij de beoordeling van de kinderopvangtoeslag in die jaren. In de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag van 7 juli 2021 (UHT-DC I) is aan belanghebbende voor deze jaren een bedrag toegekend dat €166,- hoger is dan de aankondiging, te weten €49.004,-.

In de definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag 11 mei 2021 is aan belanghebbende meegedeeld dat bij de beoordeling van kinderopvangtoeslag over de jaren 2005, 2007 en 2010 geen fouten zijn gemaakt. Belanghebbende heeft daarom voor die jaren geen recht op compensatie. Deze beschikking is gebaseerd op het advies van de Commissie van Wijzen (hierna: CvW) van 25 maart 2021.

Bij brief van 1 juni 2021, ontvangen op 2 juni 2021, heeft belanghebbende bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking afwijzing compensatie kinderopvangtoeslag van 11 mei 2021. Hierbij is een eerdere brief aan de Belastingdienst/Toeslagen van 17 december 2019 gevoegd en diverse producties.

Bij brief van 21 juni 2021 heeft belanghebbende haar persoonlijke dossier ontvangen.

De gemachtigde heeft bij brief van 16 februari 2022 meegedeeld dat hij als gemachtigde van belanghebbende zal optreden.

UHT heeft op 8 maart 2022 een schriftelijke reactie op het bezwaarschrift ingediend.

Op 11 mei 2022 is een hoorzitting gehouden in aanwezigheid van partijen.

Naar aanleiding van op de hoorzitting gemaakte afspraken heeft UHT op 18 mei 2022 het ontbrekende advies van de CvW van 25 maart 2021, het betaal- en verrekenoverzicht (hierna: LIC overzicht) over 2007, een werkopdracht van 13 december 2019 met betrekking tot het verzoek om herbeoordeling van belanghebbende en een "ontvangstbevestiging melding ten onrechte stoppen toeslagen" van 9 januari 2020, aan de Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) toegezonden. Op 21 mei 2022 heeft de gemachtigde van belanghebbende informatie van de accountant van belanghebbende over het jaar 2007 ingebracht. Op 8 juni 2022 heeft de gemachtigde van belanghebbende gereageerd op de door UHT op 18 mei 2022 ingebrachte informatie. Van UHT is geen reactie meer ontvangen.

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Niet in geschil is dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend en ontvangen en dat het ook overigens voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Toeslagjaar 2007 betrokken in herbeoordeling?

De Commissie stelt vast de beschikking van 11 mei 2021, waar het bezwaar zich tegen richt, gaat over de toeslagjaren 2005, 2007 en 2010. Het toeslagjaar 2007 is dus wel meegenomen in de herbeoordeling, daaraan hoeft belanghebbende niet te twijfelen.

Recht op compensatie voor toeslagjaar 2007?

Uit wat belanghebbende, haar echtgenoot, gemachtigde en accountant naar voren hebben gebracht, is de Commissie gebleken dat voor het bieden van herstel aan belanghebbende en haar gezin nodig is dat er echt duidelijkheid komt. Zij zien zich geconfronteerd met een wirwar aan data vanwege terugvorderingen, verrekeningen en loonbeslagen en een onverklaarbaar verschil tussen een ontvangen bedrag aan kinderopvangtoeslag van €14.992 en een daarmee qua hoogte niet te rijmen terugvordering van €17.506 in 2007. Het door UHT overlegde LIC overzicht over 2007 biedt, zo blijkt ook uit de brief van 8 juni 2022 van de gemachtigde van belanghebbende, niet de vereiste duidelijkheid. Ook voor de Commissie is het verschil tussen bede voormelde bedragen niet duidelijk geworden. De Commissie adviseert UHT daarom het bezwaar gegrond te verklaren vanwege een motiveringsgebrek en zich tot het uiterste in te spannen om een belanghebbende en haar echtgenoot alsnog de zo gewenste duidelijkheid en uitleg te geven. Bij de uitleg van de verrekeningen kan dan duidelijk worden waarom deze hebben plaatsgevonden en of deze van doen hebben gehad met vooringenomen handelen.

De Commissie merkt nog op dat ter zitting naar voren is gekomen dat mogelijk verrekening heeft plaatsgevonden in relatie met de onderneming van belanghebbende en haar echtgenoot.

De Commissie komt tot dit advies omdat, zoals ter zitting pijnlijk duidelijk is geworden, het handelen van de Belastingdienst/Toeslagen nog steeds een traumatiserende uitwerking heeft op belanghebbende, haar echtgenoot en hun gezin. Het is, in het licht van de bedoeling van de hersteloperatie, voor hen van essentieel belang dat zij duidelijkheid krijgen over de van hen in 2007 teruggevorderde bedragen.

Proceskostenvergoeding

voor de kosten van de rechtsbijstand in deze bezwaarprocedure heeft belanghebbende, nu het bezwaar naar de mening van de Commissie gegrond is, recht op een forfaitaire vergoeding op basis van 1 procespunt (verschijnen hoorzitting) met een wegingsfactor 2.

Net als in eerdere zaken adviseert de Commissie daarbij de hoogste vergoeding per procespunt toe te kennen.

Met betrekking tot de kosten van de accountant in 2007 zou de Commissie belanghebbende een gang naar de CWS willen besparen. De Commissie adviseert UHT daarom belanghebbende voor deze kosten een bedrag van €7.352,26 toe te kennen. De Commissie baseert zich hierbij op artikel 2 lid 1 sub b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht in samenhang met artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken, en gaat uit van 1,5 week werk (totaal 54 uur) tegen het hoogste tarief €136,19 per uur.

Conclusie

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter

Advies van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen

Aan: Belastingdienst/Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (hierna: UHT)

Betreft: het bezwaarschrift van [belanghebbende]

Primair besluit: [dd-mm-jj] met [kenmerk]

Ontvangst bezwaarschrift: [dd-mm-jj]

Hoorzitting: [dd-mm-jj]

Overdracht advies aan UHT: [dd-mm-jj]

Samenvatting

Tekst

Onderwerp van advies

Tekst

Procesverloop

Tekst

Ontvankelijkheid en algemene opmerkingen

Tekst

Overwegingen ten aanzien van de bezwaren en het bestreden besluit

Tekst

Conclusie

Tekst

[handtekening]

Secretaris

[handtekening]

Fungerend voorzitter