Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

BAC 2022-07291 en 2022-10421

Samenvatting

De Bezwaarschriftenadviescommissie (hierna: de Commissie) adviseert UHT om het bezwaar tegen de compensatiebeschikking (gedeeltelijk) gegrond te verklaren en een proceskostenvergoeding toe te kennen. De Commissie is van oordeel dat UHT met de in de schriftelijke reactie gegeven toelichting en de daarbij overgelegde stukken over de jaren 2008, 2009 2016 en 2017, voldoende duidelijkheid over de berekening heeft gegeven en dat niet aannemelijk is geworden dat de berekening niet juist is. De Commissie acht het bestreden besluit daarmee voldoende onderbouwd. UHT heeft tijdens de hoorzitting erkend dat het er alle schijn van heeft dat het door belanghebbende ingediende bezwaarschrift van 25 september 2009 met betrekking tot de jaren 2008 en 2009 door een professionele rechtshulpverlener is opgesteld en heeft zich op dat punt gerefereerd aan het oordeel van de Commissie. Ook naar het oordeel van de Commissie is er van zodanige schijn sprake. Met betrekking tot toeslagjaar 2018 volgt uit productie 53 dat de KOT wel door belanghebbende is stopgezet. De Commissie ziet geen reden om het in die productie vermelde in twijfel te trekken.

Advies